7 slimme tips om als schrijnwerker energie te besparen
Waarom energiezuinig ondernemen?
In eerste instantie uiteraard omdat je als bedrijf een grote bijdrage kunt leveren aan een duurzamere wereld. In het kader van de Green Deal wilt de EU de uitstoot van broeikasgassen met 55% verminderen ten opzichte van 1990. Bedrijven aanzetten tot duurzaam ondernemen en het reduceren van hun ecologische voetafdruk staat daardoor hoog op de overheidsagenda. Investeringen met een positieve impact op het milieu worden aangemoedigd zodat je als bedrijf gemakkelijker een belangrijke bijdrage kunt leveren aan de strijd tegen de klimaatopwarming.
Naast de planeet komt het ook je imago ten goede. In deze tijden van personeelsschaarste is een aangename en gezonde werkomgeving een belangrijk middel om die begeerde medewerkers aan te trekken. Een energie-efficiënte werkplaats kan alvast een stap in de goede richting zijn. Nu de bekommernis om het milieu steeds meer ons gedrag begint te beïnvloeden, vergroot je met je inspanningen ook je aantrekkelijkheid bij ecobewuste klanten en andere partners.
De energiecrisis brengt de groene transitie in een stroomversnelling. Energie is een belangrijke kostenpost voor zowat elke onderneming. De crisis kwam dan ook hard aan, zeker energie-intensieve productiebedrijven voelden hem sterk in hun portemonnee. Het energieverbruik terugdringen werd plots een kortetermijnprioriteit in plaats van een langetermijndoelstelling.
Wie zoekt, die vindt: er zijn heel wat eenvoudige maatregelen waarmee je al heel wat kunt besparen. Sommige tips zijn onmiddellijk inzetbaar, andere vragen een grotere investering van tijd en/of middelen. Hoeveel je als schrijnwerker kunt besparen, hangt van verschillende factoren af, zoals de grootte van je werkplaats, het soort apparatuur waarmee je werkt en hoe intensief deze wordt gebruikt, maar een besparing van 5 à 10% op je energiefactuur zou binnen handbereik moeten liggen.
Hoe energie besparen
1. Optimaliseer je bouwschil
De bouwschil, die vooral bestaat uit de muren, het dak, de ramen en de deuren, aanpakken, zou altijd de eerste stap moeten zijn wanneer je op energie wilt gaan besparen. Met een goed geïsoleerde, luchtdichte en geventileerde bouwschil hou je de energievraag zo laag mogelijk. Pas daarna loont het echt om te investeren in energie-efficiënte technologieën.
2. Beperk het gebruik en verbruik van apparatuur
Dit is zonder twijfel het laaghangende fruit onder de energiebesparingstips. Op deze manier kan je met weinig inspanningen veel winnen. Zorg ervoor dat apparatuur alleen wordt gebruikt wanneer het nodig is, en vergewis je ervan dat je machines niets meer verbruiken wanneer ze niet in gebruik zijn. Uitschakelen is niet altijd voldoende. Heel wat toestellen vallen dan in een stand-by modus waar wel nog energie voor nodig is. De rekening voor dat sluimerverbruik kan behoorlijk oplopen. Energids berekende dat het sluipverbruik van één computer met randapparatuur je op jaarbasis al snel 33 euro kost.
Om de omvang van je sluipverbruik te kennen, kan je bijvoorbeeld een energiemeter gebruiken. Je steekt het kleine apparaatje in het stopcontact en sluit er vervolgens het toestel op aan dat je onder de loep wilt nemen. Je kunt het sluipverbruik tegengaan door de stekker uit te trekken of door een stekkerblok met aan/uit-schakelaar of stand-by killer (al dan niet met timer) te gebruiken.
In dezelfde categorie nog deze kleine tip: koppel opladers los zodra het apparaat is opgeladen.
Iets minder voor de hand liggend, maar enorm relevant in een productie-omgeving: internet of things biedt heel wat opportuniteiten om het energieverbruik van individuele machines en processen in kaart te brengen en te optimaliseren, bijvoorbeeld door opstarttijden te verkorten of stand-by stroom te verminderen. De op het internet aangesloten machines worden uitgerust met sensoren die je heel wat nuttige informatie verstrekken. Die analyse kan je tonen waar het energieverbruik het hoogst is, en waar er eventueel onnodig veel energie verbruikt wordt. Plotse uitschieters kunnen erop wijzen dat bepaalde componenten aan onderhoud of vervanging toe zijn. Zo kan je tijdig onderhoud inplannen en lange periodes van energieverspilling door defecte apparatuur voorkomen.
3. Investeer in energie-efficiënte apparatuur
Machines voor hun tijd vervangen, is uiteraard niet duurzaam, maar de nieuwste generatie CNC-machines, schuurmachines en freesmachines kunnen bijdragen aan een lager energieverbruik en lagere energiekosten. Hou bij het in kaart brengen van de investering dus ook rekening met de hoeveelheid energie die je op lange termijn bespaart. Het regelmatig (laten) onderhouden van de machines zal ervoor zorgen dat ze ook efficiënt blijven werken.
4. Ga slim om met verlichting
Een andere laagdrempelige ingreep is het vervangen van gloei- en hallogeenlampen door energie-efficiënte ledverlichting. Een ledlamp verbruikt namelijk 85% minder stroom dan een halogeenlamp, en zelfs 90% minder stroom dan een gloeilamp aldus milieu centraal. Ledlampen gaan ook veel langer mee: een led TL buis gaat gemiddeld 5 keer langer mee dan een traditionele. Ze zijn niet alleen zuiniger, je verlicht er je werkplaats ook beter mee en het komt de gezondheid van je werknemers ten goede.
Hoewel geen licht laten branden in onbenutte ruimtes een zeer voor de hand liggende aanbeveling is, zou je ervan opkijken hoeveel het licht dat in de berging of op het toilet blijft branden je op het einde van de rit kost. Blijf medewerkers op dit vlak sensibiliseren of installeer bewegingssensoren die het licht automatisch aan- en uitschakelen. Daglichtsturing kan het welzijn en de energiebesparingen verder verhogen.
5. Verwarm en koel niet meer dan nodig
Uiteraard dien je de welzijnswetgeving te respecteren, maar de temperatuur verlagen is een andere eenvoudige ingreep om minder energie te verbruiken. Door de verwarming één graad lager zetten, bespaar je al snel 7% op de verwarmingskosten. Je hoeft de airconditioning niet op vol vermogen te zetten, naarmate de buitentemperatuur stijgt, mag het binnen ook wat warmer zijn. Dat voelt meestal zelfs comfortabeler aan.
De voorgeschreven temperaturen zijn afhankelijk van de fysieke inspanningen die geleverd worden. Het mag niet kouder zijn dan:
- 18°C: bij zeer licht werk
- 16°C: bij licht werk (bv. secretariaatswerk, het besturen van een wagen)
- 14°C: bij halfzwaar werk (bv. timmerwerk of een tractor besturen)
- 12°C: bij zwaar werk (bv. spitten, zagen met de hand, schaven)
- 10°C: bij zeer zwaar werk (bv. zwaar spitten en graven, beklimmen van ladders en trappen)
Bij blootstelling aan overmatige warmte zijn dit de maximale WGTB-waarden:
- 29 bij zeer licht of licht werk
- 26 bij halfzwaar werk
- 22 bij zwaar werk
- 18 bij zeer zwaar werk
Let wel: om koude temperaturen te meten volstaat een gewone thermometer, voor warme temperaturen volstaat dit niet. Een bepaalde temperatuur kan bij zeer vochtig weer ondraaglijk zijn, terwijl die bij droog weer geen probleem geeft. Er moet dus rekening gehouden worden met de vochtigheid, en in sommige gevallen ook met de windsnelheid en de rechtstreekste straling die de werknemers ondervinden door de zon of door een machine. Dat alles wordt gemeten met een WBGT-thermometer (Wet Bulb Globe Temperature). Wie meer informatie wenst, vindt deze op de website van de FOD WASO.
Een atelier dat drie keer zo groot is, maar een pak energiezuiniger? Dit is hoe Jos Heylen het klaarspeelde:
6. Hou je verwarmings- en koelsystemen in topconditie
Laat je installaties regelmatig onderhouden zodat ze correct afgesteld blijven. Wil je oudere installaties niet meteen vervangen, dan kan je op zijn minst nagaan of de verwarmings- en koelcircuits voldoende geïsoleerd zijn. Radiatorfolie aanbrengen op radiatoren die tegen een buitenmuur geplaatst zijn, zorgt ervoor dat warmte die anders verloren zou gaan terug de ruimte in gekaatst wordt. Je kunt je radiatoren ook uitrusten met thermostatische kranen. Kleine ingrepen die samen een behoorlijk effect kunnen hebben.
Wie verder wilt gaan, kan zijn HVAC-installatie intelligent gaan aansturen. Door de verschillende technologieën op elkaar af te stemmen en bij te sturen in functie van de vraag, kan er heel wat energie bespaard worden.
7. Zuinig omgaan met perslucht
Perslucht is onmisbaar in productieomgevingen, maar het is ook een van de grootste energieverbruikers. Gebruik het enkel wanneer nodig. Dus niet voor het schoonblazen van oppervlakken bijvoorbeeld, en plaats automatisch geschakelde afsluitkranen om stilstaande machines niet nodeloos van perslucht te voorzien.
Ga ook na of er niet te veel verliezen zijn. Elke installatie heeft weliswaar persluchtlekken, maar de verliezen kunnen hoog oplopen. Om een idee te krijgen van de omvang kan je het persluchtvat laten leeglopen (of gedeeltelijk laten leeglopen) op een moment dat de productie stil ligt. Vervolgens meet je hoe lang dit duurt. Doordat er geen persluchtverbruikers zijn, gaat deze lucht alleen naar de lekken en kan je een goede inschatting maken van het verlies. Er bestaan ook ultrasone technieken om lekverliezen op te sporen.
Kijk ook na of het drukniveau eventueel verlaagd kan worden. De druk staat regelmatig te hoog afgesteld en het verlagen van de compressordruk met 1 bar vermindert het elektriciteitsgebruik met 5 tot 7%. Regelmatig onderhoud is ook aangewezen; vervuilde filters zorgen onder andere voor ongewenste drukval en meerverbruik.
Bekijk tot slot of het mogelijk is om de restwarmte te benutten. Van de energie uit de compressor wordt 90% omgezet in warmte. Die komt vrij als koelwater (50–70°C) of koellucht (30-50°C). Daarvan kan je 50-85% terugwinnen door het koelwater te gebruiken in het bedrijfsproces, en de koellucht om ruimtes in de buurt te verwarmen.
Energie in eigen handen
De energiecrisis heeft ervoor gezorgd dat steeds meer ondernemers nagaan in hoeverre ze zelf groene energie kunnen opwekken. Minder afhankelijk zijn van een volatiele energiemarkt is een aantrekkelijk perspectief. Je vermindert je afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, de uitstoot van broeikasgassen en je energiefactuur. Zonnepanelen op daken van bedrijfsgebouwen zijn intussen gangbaar, maar niet alle daken zijn hiervoor even geschikt. Soms moet je eerst je dak renoveren, wat ons meteen weer bij het allereerste punt brengt: optimaliseer eerst je gebouwschil voor je in innovatieve technieken investeert. Ook de grootte van het dak is een belangrijke factor: hoe groter de installatie, hoe lager de investeringskosten per kWp.
Niet elk bedrijf kan een windturbine op zijn terrein laten bouwen. Er zijn heel wat regels en er is de grote investering, maar windenergie is wel één van de meest efficiënte vormen van duurzame energie. Om te weten of het voor jouw bedrijf een interessante piste zou zijn, kan je een eerste haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren. Dat is vaak gratis. Door een combinatie van zonnepanelen en/of windturbines, batterijsystemen en een slimme sturing is het vandaag in principe al mogelijk om volledig off-grid te gaan.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief