Waarom bamboe het bouwmateriaal van de toekomst is
Bamboe inkom Planckendael
Sinds zijn doctoraatsverdediging kreeg één project zijn volle aandacht. Eind 2019 toonde Planckendael al interesse in het materiaal. De oude inkom was te klein geworden en men had wel oren naar bamboe als blikvanger voor de bouw van de nieuwe gebouwen. CRU! Architecten, het bureau dat Sven samen met zijn vrouw Hilde Duerinck runt, startte met het ontwerp- en onderzoeksproces. Vorige week werd de knoop eindelijk doorgehakt: midden 2023 zullen er in Mechelen drie grote bamboe torens oprijzen. “Met hoogtes tot 25 meter was het een huzarenstukje om het ontwerp technisch goed te krijgen. We werkten de voorbije maanden dan ook nauw samen met Studiebureau Mouton om de geometrie en de knoopstructuren uit te denken.”
Dit filmpje geeft alvast een idee van hoe de entree er binnenkort zal uitzien.
“Verder hebben we er bewust voor gekozen om het materiaal nog niet té sterk te pushen. The proof of the pudding is in the eating: binnenkort kan iedereen die er geïnteresseerd in is de bouwmethode in Planckendael komen ontdekken. Ik kan me zeker voorstellen dat het in een latere fase ook naar de woningbouw doorsijpelt.”
Biobased avant la lettre
Sven is al enkele decennia in de ban van het materiaal. “Voor mijn thesis verdiepte ik me in de huttenbouw van de autochtone Zuid-Afrikanen. De manier waarop ze daar werkten met hout en aarde deed mijn passie voor biobased materialen ontluiken lang voordat het een hype werd.” Een paar jaar later zei hij zijn goed betaalde job bij een studiebureau voor stedenbouw vaarwel en trok hij met zijn vriendin naar Brazilië om daar de plaatselijke bevolking te leren bouwen met bamboe. Ze bouwden er een gemeenschapscentrum en keerden nog regelmatig terug om andere bouwprojecten te begeleiden en opleidingen te geven.
Producten op basis van bamboe strips zijn bij ons al meer ingeburgerd en worden zowel in als rond gebouwen gebruikt. Er worden terrasplanken, gevelbekleding, vloeren, balken, platen en fineer mee gemaakt. De stammen zelf zien we voorlopig minder in het straatbeeld. “Hoewel bamboe bij uitstek geschikt is voor dragende structuurelementen die je anders in staal of hout zou uitvoeren, bleek het moeilijk om bouwheren en architecten te overtuigen. We zijn er dan zelf in onze woning mee aan de slag gegaan. Toen we naar Brazilië trokken, hebben we een deel van de woning omgevormd tot bed and breakfast. We gebruikten bamboe voor het dakgebinte en in de passerelle waar enkele bamboezuilen de overspanning dragen.”
Bijna was hij nooit teruggekeerd. “We bleven maar met onze kop tegen de muur lopen. Muren van dat hardnekkige beton waar niemand van leek te willen afstappen.” Omdat argumenten op basis van eigen ervaringen niet bleken te volstaan, startte Sven zijn doctoraat. Toen de plannen voor Planckendael concreter werden, besloot hij België toch nog een kans te geven.
Groene krachtpatser
Wat maakt het nu precies zo’n interessant bouwmateriaal? “Sowieso zijn er de ecologische voordelen. Bamboe haalt tijdens zijn groei veel CO2 uit de lucht; drie tot zeven keer meer dan bomen. Wanneer de plant na een 15-tal jaar afsterft, geeft hij die CO2 weer vrij. Dat kan je vermijden door de stammen op het juiste moment te kappen en er duurzame gebouwen, meubels of andere objecten mee te maken. Het koolstof blijft erin opgeslagen zolang de materialen in gebruik zijn. Bamboe is groener, lichter en goedkoper dan staal, en bijna even sterk.”
“Het groeit ook enorm snel: om de vier jaar kan je het oogsten. De biomassa blijf bovendien intact omdat alleen de volgroeide stammen gekapt worden en er uit de wortels weer nieuwe groeien. Bamboe groeit zelfs op gedegradeerde grond en zal de bodem helpen herstellen.”
LCA waar geen ander materiaal tegenop kan
Op de vraag of we een materiaal dat zo’n lange weg moet afleggen als een ecologische oplossing mogen zien, antwoordt hij stellig.
"Met hout gaat de vergelijking nog enigszins op, maar zolang er geen lokaal hout gebruikt wordt – en dat is zelden het geval – blijft bamboe in het voordeel. Zeker wanneer je weet dat je het na vier jaar al kunt oogsten terwijl je zachthout pas na vijftien jaar kunt kappen en bij hardhout minstens 30 jaar geduld moet hebben.”
Bamboe blijkt ook in toenemende mate lokaal geteeld te worden. “In Rijkevorsel kan je al stammen van vier tot zes diameter krijgen. Als je die bundelt, zijn ze perfect inzetbaar. In het zuiden van Portugal worden er momenteel grote plantages aangelegd die binnen een paar jaar volgroeid zullen zijn. Dan kan ook daar het oogsten beginnen.”
Economisch voordelig
Sven verwacht bovendien dat hij binnenkort kan aantonen dat bamboe budgettair een interessante keuze kan zijn. Voor Planckendael zullen we werken met geprefabriceerde onderdelen en mechanische verbindingen zodat we de hele constructie ter plaatse snel kunnen monteren. We willen het systeem zo eenvoudig mogelijk maken. In principe zou iedereen die een bouwplan kan lezen en een Engelse sleutel kan hanteren ermee aan de slag moeten kunnen. De constructie kan later weer gedemonteerd worden zodat de onderdelen – die standaard hoogtes en breedtes hebben – elders opnieuw gebruikt kunnen worden. Een volledig circulaire oplossing dus.”
Sven haalde de mosterd bij de houtskeletbouw waar prefabricage al langer ingeburgerd is. “Bij natuurlijke materialen is het volgens mij dé methode bij uitstek. Als je constructies in hout of bamboe ter plaatse moet opbouwen, kan je qua snelheid nooit concurreren met een traditionele baksteen. Dankzij prefabricage kan je stevig besparen op zowel de werkuren als het transport.”
Onbekend is onbemind
Toch zijn er ook nog een aantal drempels die architecten en bouwheren tegenhouden. “Er is de hardnekkige misvatting dat je bamboe alleen kunt gebruiken voor organische architectuur met veel gebogen vormen, maar het is eigenlijk net heel onlogisch om die kaarsrechte stammen op zo’n manier te gebruiken. Door het te buigen, ga je het materiaal sowieso verzwakken. Het is absoluut niet zo dat je er alleen hippie-achtige constructies mee kunt maken, het sluit eigenlijk van nature veel beter aan bij de moderne hedendaagse architectuur.”
Ook het feit dat het nog geen genormeerd product is, staat een grote doorbraak in de weg. “Hierdoor moet je nog allerlei testen uitvoeren voor je het materiaal in een project kunt toepassen. Op termijn komen die normen en codes er wel. Zo is er nu al een ISO-code voor structuren uit bamboe en hebben verschillende landen, zoals Columbia, Ecuador en Brazilië, al een bouwcode uitgewerkt. Naarmate er meer projecten gerealiseerd zullen worden, zal het vertrouwen wel groeien."
Aandachtspunten
Dat doet Sven Mouton in de eerste plaats met zijn doctoraat. “Daarin vinden geïnteresseerde ontwerpers en uitvoerders een 150-tal punten die afgetoetst kunnen worden. De knooppunten vragen bijvoorbeeld de nodige aandacht, ze bieden heel wat ontwerpvrijheid, maar je moet er eerst voldoende kennis over opbouwen. Bamboe moet je daarnaast, net als elk ander natuurproduct, voldoende beschermen tegen de weersomstandigheden. Je moet het ook uit de grond houden om capillaire opstijging te vermijden.”
Geïnteresseerden stuurt hij met plezier een kopie van het document. Het biedt een overzicht van de bestaande structurele systemen en de knoopsystemen. Naast inspirerende voorbeelden bevat het daarnaast ook informatie over de milieutechnische aspecten en LCA-studies.
Samenwerken in plaats van tegenwerken
Sven kijkt vol vertrouwen naar de toekomst, maar het heeft niet veel gescheeld of hij was nooit aan het traject begonnen. “Aan dat allereerste project in Brazilië werkten een dertigtal lokale bewoners mee. Toen de bouw van het gemeenschapscentrum al flink was opgeschoten – er lag al vier ton aan dakbedekking op – hoorden we plots een enorme krak. Iedereen vluchtte in paniek het gebouw uit en het vertrouwen in ons en de bamboe was op slag weg. Tot bleek dat een van de bouwdetails slecht was uitgevoerd. Het probleem werd dus absoluut niet veroorzaakt door het materiaal, maar door een slechte uitvoering. Om het vertrouwen te herstellen hebben we iedereen één voor één op de stelling uitgenodigd om te tonen waarom het precies was misgelopen.”
De ontwikkelingsprojecten in Brazilië brachten hem niet alleen veel technische kennis bij. “Er werd daar op een heel andere manier samengewerkt. Hier vertrekken bouwprojecten nog vaak vanuit de traditionele driehoek opdrachtgever – architect – aannemer. We geloven dat er veel spanning op die driehoek moet zitten om een project goed van de grond te krijgen. Daar ontdekte ik hoe aangenaam het is om die manier van denken overboord te gooien, om gewoon samen je schouders onder de opdracht te zetten, open kaart te spelen en elkaar recht in de ogen te kijken. Dit proberen we voor Planckendael ook toe te passen. De driehoek mag een cirkel worden.”