Nesting machine: wel of niet de juiste keuze?
“Wij werken sinds twee jaar met een nestingmachine: de drieassige SCM X 200”, steekt Frans Maenhout van wal, zaakvoerder van het gelijknamige bedrijf. “We kunnen ook nog met een opdeelzaag en CNC-machine werken, maar dat doen we bijna niet meer.”
Concullega én hofleverancier Van Overstraeten heeft in totaal al tien jaar ervaring met nesting. “Al sinds het begin werken we daarbij met een nestingmachine met aflaadtafel, sinds twee jaar is dat een nieuwe vijfassige machine met aflaadtafel van Holz-Her”, aldus Joachim Van Overstraeten, de vijfde generatie in dit familiebedrijf. Zowel Van Overstraeten als Maenhout hebben ook een automatisch stapelmagazijn.
Integral kiest dan weer heel bewust voor een opdeelzaag en CNC-machine. Waarom, dat vragen we straks aan Pablo Verschaere van Integral. Eerst wandelen we de ateliers van Maenhout en Van Overstraeten binnen. Hoe gebruiken zij nesting, en wat levert het hen op?
Wie is wie?
- Maenhout Wooninrichting bouwt interieurs: keukens, binnenkasten, dressings, badkamermeubels … Daarnaast maken ze ramen, standaardtrappen, (binnen)deuren en eiken bijgebouwen.
- Van Overstraeten verzorgt alle mogelijke interieurinrichting: meubilair voor keukens, badkamers, livings, … maar ook binnendeuren, trappen, lambriseringen.
- Integral ontwerpt, produceert en installeert totale winkelinrichtingen voor bakkerijen, chocolatiers, slagerijen, traiteurs en viswinkels.
Aan de slag met een nestingmachine
Alles begint met overleg met de klant, over de gewenste meubels en inrichting. Is het eerste ontwerp van bijvoorbeeld een kast goedgekeurd, dan maken Maenhout en Van Overstraeten een technische tekening in hun CAD/CAM-software. Eenmaal de klant ook die tekening goedkeurde, maakt het programma de stuklijsten aan en werkt het de productieplannen uit. Per plaat berekent de software hoe de nestingmachine daar alle stukken uit kan frezen, volgens een optimale compositie met zo weinig mogelijk verlies.
“Bij ons haalt de software dan plaat per plaat uit het automatisch magazijn”, gaat Frans Maenhout verder. “Vandaar rolt het materiaal op de transportband naar het etiketteerstation dat er etiketten op kleeft met info over de benodigde afboording, de benaming van het stuk, de afmetingen, opmerkingen van de tekenaar ...”
“In ons geval gebeurt die etikettering door de nestingmachine zelf,” vervolgt Joachim Van Overstraeten. “De operator ontvangt per opdracht een mapje met onder meer de plaats- en standnummers van het te verwerken plaatmateriaal. Dat selecteert hij dan, waarna ons automatisch magazijn de platen al vrij stapelt. Vervolgens voert de operator de platen een voor een in de nestingmachine in.”
Lees ook
Optimale composities frezen
“Eerst boort de nestingmachine alle verticale gaten. Daarna freest ze de benodigde stukken uit het plaatmateriaal, waarna ze de plaat naar de aflaadtafel duwt, waar we de gefreesde stukken afstapelen”, vertelt Joachim. “Bij ons komt de plaat, eenmaal gefreesd en geboord, terug op een transportband terecht,” gaat Frans Maenhout verder, “waarna we ze afladen.” Klaar om de gefreesde stukken af te boorden met de kantenlijmer.
Productie verdrievoudigd
Met de nestingmachine bewerkt Maenhout liefst 80% van zijn melamineplaten (met diktes van 10, 18 en 25 mm). “Als alles goed verloopt, kunnen we zo 40 à 50 melamineplaten per dag in de nodige stukken frezen”, vat Frans het samen. “Wij verwerken zo ongeveer 30 platen per dag”, reageert Joachim Van Overstraeten. In beide gevallen een groot verschil met voorheen. “Wij hebben onze productie verdrievoudigd”, aldus Frans.
“Vroeger moesten we eerst met een heftruck het plaatmateriaal uit het magazijn halen. Daarna legden we plaat per plaat op de opdeelzaag, om die snede na snede te verzagen”, gaat Frans verder. “Iets waarvoor je vele malen de plaat in de juiste richting moet leggen”, vult Joachim aan. “Nu beweegt de frees, terwijl je plaat blijft liggen, en bekom je meteen alle stukken mét alle boringen. Dat is niet alleen veel sneller, het vermindert ook de kans op krassen, omdat je het materiaal niet meer moet verdraaien.”
Minder afval dankzij nesting machine
Met nesting houd je ook minder afval over. “Alle stukken kleiner dan 2 op 1 m gaan terug naar het magazijn. Bij een volgend project gebruikt onze CAD/CAM-software eerst die stukken, waar mogelijk. Alle stukken kleiner dan 1,5 m op 70 cm komen in een rek terecht, bijvoorbeeld voor een kleine herstelling”, vertelt Frans Maenhout.
Bovendien berekent de software altijd de optimale snit, met zo min mogelijk afval. “Op de opdeelzaag verlies je meer,” aldus Joachim Van Overstraeten, “omdat je altijd met lange zaagsneden moet werken, ook al heb je een korter stuk nodig.” Tenzij je de compositie meer optimaliseert, maar dan moet je de plaat meer draaien en stijgt het aantal manuren.
Soms nog opdeelzaag + CNC
Zowel Maenhout als Van Overstraeten gebruiken soms nog de opdeelzaag en CNC-machine. “Vooral voor kleinere, smallere stukken, zoals plinten van 10 cm breed”, vertelt Joachim Van Overstraeten. “Die komen immers makkelijker los op de nestingmachine. Tegelijk verzagen we dikkere stukken van 38 of 50 mm dik op de opdeelzaag. Dat kan ook op de nestingmachine, maar daarvoor moet je een specifieke frees kopen.”
“Verder gebruiken wij de opdeelzaag en CNC-machine voor speciale fineerlagen, waarbij de tekening moet doorlopen. Als je die op een nestingmachine freest, haalt die te veel hout weg.”
Ook voor andere toepassingen verlies je te veel oppervlak door de frees. “Op zich is het bijvoorbeeld perfect mogelijk om kassementen voor deuren met de nestingmachine te maken”, vertelt Frans Maenhout. “Maar als je bijvoorbeeld kassementen van 16 cm breed freest, verlies je tien keer de breedte van de frees, bij ons in totaal 12 cm.”
Nesting vraagt veel energie (en geld)
Niet onbelangrijk vandaag: nesting vergt veel energie. “Net als een CNC-machine legt een nestingmachine plaatmateriaal vast met vacuüm”, legt Frans uit. “Daarvoor heeft onze installatie 1000 m3 vacuüm nodig. Samen met het vacuüm voor de CNC-machine goed voor een maandelijkse energiefactuur van 9000 euro.”
“Daarnaast is de frees van de nestingmachine sneller aan vervanging toe, dan het zaagblad van een opdeelzaag. Met ons werktempo gaat een frees twee à drie weken mee, een zaag twee à drie maanden.” Iets wat Van Overstraeten bevestigt.
De nestingmachine kostte Maenhout ongeveer 145.000 euro. Daarnaast kocht het bedrijf een automatisch magazijn, net als een nieuwbouwtafel en een etiketteerstation, één extra vacuümpomp van 500 m3, de CAD/CAM-software die alles aanstuurt … “In totaal goed voor 500.000 euro”, blikt Frans terug. “Wij hebben voor onze nestingmachine 180.000 euro betaald”, vertelt Joachim Van Overstraeten. “Ons automatisch magazijn hadden we reeds.”
“We hadden al snel door dat we die investering gingen terugverdienen”, licht Frans Maenhout toe. “Normaal gezien op vijf jaar tijd, en dan werkt de machine nog geen acht uur.” Van Overstraeten schat de terugverdientijd wat langer in: een kleine zeven jaar.
Bewust geen nesting machine
In tegenstelling tot Maenhout en Van Overstraeten koos Integral er bewust voor om niet met nesting te werken. Waarom?
“We hadden een vierassige CNC-machine en een opdeelzaag”, blikt Pablo Verschaere van Integral terug. “Beide waren echter aan vernieuwing toe. Nesting leek ons een interessante optie, zeker qua rendement, maar paste niet echt bij ons werk. Enerzijds omdat nestingmachines te veel capaciteit bieden voor onze noden, anderzijds omdat we niet alleen kasten bouwen, maar ook geregeld heel grote stukken frezen, waarvoor we de machine wekelijks opnieuw zouden moeten instellen. Of erg complexe stukken, met ronde verstekken, wrongstukken, veel kopse bewerkingen. Een vijfassige CNC-machine met cups en balken bleef onmisbaar, omdat je daarmee ook perfect rond stukken freest.”
Nieuwe CNC-machine, opdeelzaag en kantenlijmer
Integral besloot dus in een nieuwe CNC-machine te investeren. “Onze Format-4 H500 S-Motion heeft wel een groter werkbereik. Bovendien positioneren de vacuümcups en balken zich automatisch op de juiste plaatsen. Zo konden we onze insteltijd met meer dan de helft verminderen.”
Anderzijds kocht Integral een nieuwe opdeelzaag, een Mayer PS 80 Premium, net als een nieuwe kantenlijmer. Ook Integral tekent alles in een CAD/CAM-pakket, dat de machines volledig aanstuurt, volgens een grondige productievoorbereiding.
Daarnaast overwoog Integral een automatisch magazijn te plaatsen. “Maar wij werken wekelijks een winkel af, waardoor we week na week ander plaatmateriaal gebruiken. We gebruiken wel twee standaardmaterialen voor de korpussen, maar dankzij een nieuwe lift zijn die twee altijd voorradig aan onze machines.”
Toch kortere doorlooptijden
Door de nieuwe machines kon Integral toch zijn doorlooptijden verminderen, tot soms wel 70%, aldus Pablo. “Dat vooral door de grotere efficiëntie van de nieuwe installaties. Onze opdeelzaag zaagt veel sneller zonder kwaliteitsverlies, en dat door veel grotere pakketten. Onze CNC-machine is dan weer langer, waarbij we volle platen links en rechts simultaan kunnen bewerken. En onze kantenlijmer heeft een automatisch retoursysteem, zonder nog enig poetswerk. De drie machines kunnen bediend worden door één persoon.”
Tegelijk kon ook Integral het rendement van zijn platenmateriaal met 8% verhogen, door de stock en het restafval beter te monitoren. “De overschotten staan gelabeld in rekken bij onze machines. Komt een restant van pas, dan geeft de software dit aan.”
De conclusie?
Wat je het best kiest, hangt dus af van je onderneming en activiteit. Wat is jouw corebusiness? Heb je daarvoor de capaciteit en mogelijkheden van nesting machines genoeg nodig? En hoe snel verdien je die terug? Die oefening en berekening moet je eerst maken, daar komt het op neer.