Draait de schrijnwerker op voor houtwormen?
Wat zegt de wet?
Aansprakelijkheidsproblemen zijn niet gemakkelijk op te lossen; het kleinste detail kan een rol spelen om na te gaan wie aansprakelijk is voor het schadegeval. Het is niet omdat een klant zijn aannemer komt aanspreken en hem aansprakelijk acht voor schade die hij oploopt, dat deze aannemer ook effectief aansprakelijk is. Er zal steeds moeten nagegaan worden of de schrijnwerker zich al dan niet aan zijn verplichtingen gehouden heeft, of hij een fout heeft begaan, of het wel gaat om een ernstig gebrek, enz…
Kortom kan men dus stellen dat het niet is omdat deze klant houtworm vaststelt in het door Charel geleverde en gebruikte hout, dat hij ook automatisch aansprakelijk zal zijn voor de schade die deze klant oploopt.
In het algemeen kan men stellen dat een schrijnwerker ertoe gehouden is om zijn werk tijdig tot stand te brengen en dit te doen op een vakkundige manier. De overeenkomst welke werd afgesloten tussen de schrijnwerker en de klant kan tal van bijzondere verplichtingen bevatten en dit voor beide partijen. De partijen dienen zich dan ook te houden aan deze bijzondere verplichtingen.
De belangrijkste verplichting van de aannemer is ongetwijfeld deze waarbij hij het werk dat hij op zich heeft genomen, ook maakt. Hij moet datgene doen waartoe hij werd aangenomen en waartoe hij zich verbonden heeft. Bovendien moet hij dit werk tijdig voltooien en op een volledige manier.
Zijn werk “goed” uitvoeren, betekent voor de schrijnwerker-aannemer dat hij gebruik moet maken van materialen die geschikt zijn voor de werkzaamheden die hij moet uitvoeren.
De overeenkomst moet “te goeder trouw” worden uitgevoerd. Deze “goede trouw” is niet alleen van toepassing voor het werkelijk verrichten van de werkzaamheden, maar eveneens voor alle andere voorwaarden welke in de overeenkomst bepaald werden (bv termijn van levering). Bij het aannemen van werk speelt deze goede trouw een belangrijke rol: zo zal de aannemer moeten beoordelen of de door hem gebruikte materialen wel effectief geschikt zullen zijn voor het doel waarvoor ze gebruikt worden. Weet de schrijnwerker dat dit materiaal niet goed genoeg zal zijn, dan zal hij daar moeten vanaf zien en kan zijn aansprakelijkheid gedeeltelijk beperkt worden.
Is het werk dat door de schrijnwerker werd uitgevoerd van “mindere kwaliteit” dan hetgeen overeengekomen werd, of is het werk behept met gebreken waarvan de schrijnwerker zich had moeten vergewissen en die zijn collega’s zeker voorkomen zouden hebben, dan kan men stellen dat de schrijnwerker zijn verplichtingen niet is nagekomen.
Een voorbeeld uit de praktijk
De feiten en omstandigheden
Bouwheer Omer laat schrijnwerken uitvoeren door schrijnwerker Erik. Vijf jaar nadat de woning werd gebouwd, beklaagt Omer zich er over dat het hout dat in zijn woning verwerkt werd, erg beschadigd is door de aanwezigheid van houtwormen. In de eerste plaats probeerde bouwheer Omer hier komaf mee te maken door producten te gebruiken welke in de handel verkrijgbaar waren. Daar dit niet werkte, zag hij zich genoodzaakt beroep te doen op een gespecialiseerde firma. Op die wijze hoopte hij dat de houtwormen op een vakkundige manier uit zijn woning konden verdreven worden.
Daar de kosten hiertoe voor Omer nogal opgelopen waren, vordert hij zijn schade terug bij schrijnwerker Erik. Deze laatste gaat hier niet mee akkoord en uiteindelijk stapt Omer naar de rechter.
Aanstelling van een deskundige
Schrijnwerker Erik meent dat het niet bewezen is dat de houtworm al aanwezig was in het hout op het ogenblik dat het gebruikt werd en hij wijst zijn verantwoordelijkheid af.
De rechter stelt een deskundige aan die zal moeten nagaan hoe alles precies in zijn werk is gegaan. Uit het verslag van deze deskundige blijkt dat de tussenkomst van de firma ter verdelging van de houtworm absoluut noodzakelijk was, daar anders het dak van de woning binnen afzienbare tijd volledig vernield zou geweest zijn. Wel stelt de deskundige dat hij niet met zekerheid kan zeggen dat de houtworm al aanwezig was van in de houtzagerij of er slechts nadien in terecht gekomen was. Wel deelde hij mee in zijn verslag dat de kans groter was dat de houtworm aanwezig was vóór de verwerking ervan, maar dat hij dit technisch gezien niet met zekerheid kan vaststellen.
Wat beslist de rechter?
De rechter stelt vast dat schrijnwerker Erik er zich toe verbonden had deze werkzaamheden te voltooien. Bouwheer Omer is een leek op het vlak van schrijnwerken en vertrouwde volledig op de vakkennis van schrijnwerker Erik. Deze had hem moeten aanraden om gedrenkt hout te gebruiken, daar hiermee de kans op houtinsecten volledig zou indijken.
De rechter meent dat schrijnwerker Erik niet kan aantonen dat er over de houtkwaliteit onderhandeld werd en dat de bouwheer zou geweigerd hebben om gedrenkt hout te gebruiken. Hij stelt dat schrijnwerker Erik hier een grove fout heeft gemaakt door de bouwheer niet te wijzen op de gevaren van het gebruik van ongedrenkt hout.
De rechter meent verder dat het onbelangrijk is of er al dan niet een wettelijke verplichting bestaat; de schrijnwerker is specialist ter zake en had als een goed “voorzichtig en redelijk persoon” moeten optreden en nooit dergelijke risico’s moeten nemen. De rechter veroordeelt schrijnwerker Eric tot het betalen van alle schade die bouwheer Omer opgelopen heeft.
Besluit
In deze zaak haalt de schrijnwerker ongelijk. Laten we opmerken dat in de praktijk alle juiste feiten en omstandigheden moeten nagekeken worden om iemand aansprakelijk te kunnen stellen. Het is uiteindelijk aan de rechter om de door de partijen aangehaalde argumenten tegenover elkaar af te wegen en aan de hand van het deskundigenverslag, de aansprakelijkheid vast te stellen. De rechter doet dit op een soevereine manier.