De winnaars van de BTCA 2024
Eengezinswoningen
De categorie 'Residentieel' slaagde erin de nadruk te leggen op de bereidheid om ondanks alles niet alleen gebruik te maken van hout, maar ook van complementaire natuurlijke materialen zoals stro, klei en hennep. Niet minder dan 17 residentiële projecten namen deel, The Gallery House uit Landegem kwam als laureaat uit de bus. “In een landschap, op een perceel omringd met knotwilgen en omgeven door moerassen en landerijen, ligt de Gallery House”, lezen we in het rapport. “Zijn karakter is opvallend eerlijk en recht door zee. De Gallery House en zijn omgeving roepen rust, eenvoud en herinnering op. Naast de verschuiving van galerij naar huis (en van huis naar galerij) vormt een programma, voorgesteld zonder ruimte te determineren met ecologische overwegingen in een geactualiseerde context, het onderwerp van het project. De taal en het materiaalgebruik sluiten aan op de context. Details, gebaseerd op een ‘boerenlogica’, leiden tot een vanzelfsprekende eenvoud en leesbaarheid van de architectuur die schijnbaar ‘behoort’ tot het landschap."
"De architectuur genereert natuurlijke processen. Hoe het eruit ziet, is wat het doet. Kalkhennep is een biologisch materiaal dat wordt gebruikt om de Gallery House tussen het primair houtskelet te isoleren. Het brengt de condities van de lucht die we inademen in evenwicht en draagt deels het leven binnenin met tederheid. Om de constructie te beschermen tegen de natuurlijke elementen (wind, regen en zon), beschutten (onbehandelde) aluminium luifels op verschillende hoogtes de gevel en reguleren ze de zonnewinst. Deze houding doet denken aan oude regionale technieken om naakte houten constructies te behouden. Verschillende sferen, licht en schaduw, de perceptie van ruimte en vorm, de overgang tussen binnen en buiten, manifesteren zich afhankelijk van de variatie van vele omstandigheden: De voltooiing is altijd aan het werk, reagerend op verschillende mechanismen, open voor verschillende mogelijkheden en is steeds werkzaam zonder gehinderd te worden door ‘één’ voltooiing.”

The Gallery House
Data
- Opdrachtgever: Privé
- Architect: Wim Goes Architectuur
- Algemene bouwonderneming: Kristof De Roo
- Bebouwde oppervlakte: 167.2 m²
- Nuttige oppervlakte: 130.5 m²
- Gebruik van hout: de keuze om met hout te bouwen ligt deels in het materiaal zelf: de aanraking en geur, de uitstraling van de nerven, de onderlinge verbinding en de sfeer die het genereert. Bij dit project wordt het hout zichtbaar als onderdeel van de structuur, met balken die doorheen de gevel lopen, gedeeltelijk bedekt met natuurlijk kalkpleister. De constructie vormt een raster, het raster vormt het huis.
- Gebruikt houtvolume: 33 m³

The Gallery House
Niet-Residentieel
In de categorie ‘Niet-Residentieel’ ligt de nadruk op het inspelen op maatschappelijke eisen. Van de 22 projecten die deelnamen, scoorde Recypark Anderlecht het best. “Het toenemende bezoek aan de containerparken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest getuigt van een ideologische verschuiving onder de burgers. De manier waarop we naar ons afval kijken evolueert, waardoor containerparken een positievere connotatie krijgen. De afvalstoffen van de ene worden de grondstoffen van de andere, en de Recyparks in Brussel vormen een essentiële schakel in de circulaire economie. De Recyparks zo dicht mogelijk bij de bewoners integreren, vormt een echte stedelijke uitdaging. Dit betekent ook dat we ze niet naar de rand van de stad mogen duwen.”
Het terrein ligt langs het kanaal Brussel-Charleroi, dat geleidelijk aan wordt omgevormd tot een gemeenschapsvoorziening voor alle inwoners van het Gewest. “De projectsite markeert ook het zuidelijke uiteinde van het huizenblok Birmingham, een site uit het industriële tijdperk die geleidelijk aan wordt omgevormd tot een woonwijk met gemengde functies. In het project wordt voorgesteld om het Recypark te ontwikkelen aan één kant van het perceel om een openbare ruimte, verbonden met het kanaal, vrij te maken. Deze openbare ruimte bevordert de aanvaarding van het logistieke programma in de wijk en wordt een bestemming voor een diverse mix van gebruikers van de site. De openbare ruimte wordt geactiveerd door een skatepark en een groene ruimte. Samen vormen deze uiteenlopende gebruikstoepassingen één en dezelfde site. De gedeelde identiteit wordt gecreëerd door een hal die zowel het openbare gedeelte van het Recypark als het skatepark overdekt. Hoewel beide programma's onafhankelijk van elkaar worden beveiligd, geeft de hal een gemeenschappelijk beeld aan deze programma's en kadert ze in de schaal van de omliggende industriële gebouwen.
Het project maakt gebruik van een structuur afkomstig van hergebruikkanalen om het gemeenschappelijke dak van de site te creëren. Na een studie door Rotor werd besloten om de structuur van een oude paardenmanege te hergebruiken. De structuur werd eerst geanalyseerd, ontmanteld en opgeslagen, in afwachting van de heropbouw op de site. Het verplaatsen en hergebruiken van een bestaande industriële hal is makkelijker gezegd dan gedaan, omdat dit de actuele ontwerp- en aanbestedingsprocedures voor overheidsopdrachten in vraag stelt. In dit geval diende de volledige procedure opnieuw te worden uitgevonden. Deze baanbrekende benadering heeft de ambitie om als referentie te fungeren voor nieuwe projecten waarbij hout voor constructiedoeleinden hergebruikt wordt.”

Recypark Anderlecht
Data
- Opdrachtgever: Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid
- Architect: 51N4E
- Stabiliteitsbureau: Greisch, Witteveen Bos
- Algemene bouwonderneming: Eiffage Art Valens
- Bebouwde oppervlakte: 142 m²
- Nuttige oppervlakte:161 m²
- Gebruik van hout: er is hout gebruikt voor de primaire en secundaire structuren en de bekleding van de hal. Het gebouw is vervaardigd uit hout voor de structuur; binnenwanden (scheidingswanden, plinten, plafonds), vast meubilair, ramen en deuren. Hout wordt gebruikt in een aantal getransformeerde vormen, waaronder houtwolisolatie en OSB-platen voor het verstevigen van wanden (windverband) en als dampscherm.
- Gebruikt houtvolume: 210 m³

Recypark Anderlecht
Optopping
In de categorie 'Optopping' gaat het om bijkomende verdieping(en) voor elk type gebouw, met andere woorden projecten met uiteenlopende functies, die allemaal perfect passen in een stedelijke context. Dit laatste heeft trouwens de voorkeur vanwege de schaarste aan bouwgrond in de stad, maar ook vanwege de lichtheid van het materiaal hout. Zes projecten werden ingestuurd, Cohousing GUMM uit Mechelen haalde de eerste prijs. “Cohousing Gumm heeft al van bij de start ambitieuze doelen. De complexiteit van dit project schuilt dan ook in het samengaan van een veelheid aan gebouwen (uit diverse periodes en gekenmerkt door gewijzigde bouwtechnieken), erfgoedzorg, coöperatief ondernemerschap en doortastende klimaatdoelstellingen (van omgang met waterschaarste tot groene mobiliteit).”
Vlaanderen kent geen echte collectieve bouw- en wooncultuur. “Het gezamenlijk gebruik van ruimte en voorzieningen, laat staan 'collectief ondernemerschap', wordt nog maar sporadisch in de praktijk gebracht. Het bisdom, eigenaar van de Sint-Gummaruskerk annex school (1926), vond een sociaal geïnspireerde herbestemming belangrijker dan een snelle verkoop. Hierdoor krijgt de bewonersgroep tijd om een concreet plan uit te werken. Cohousing Gumm schenkt een nieuw leven: geen tabula rasa, maar handelend met respect voor het bestaande art-decogetint complex, opgenomen in de inventaris van onroerend erfgoed. De toekomst wordt in toenemende mate bepaald door wat er al is. Ook dat is circulair bouwen! De kerk is bouwkundig erfgoed en de school zit in het collectief geheugen van de Mechelaar. Hierdoor en om ecologische en economische redenen was hergebruik een logische keuze. Door de kerk nog steeds open te stellen voor activiteiten van diverse organisaties blijft dit een zogenaamde ‘derde plek’ of ontmoetingsplek. Het ontwerp herbergt in ieder klaslokaal van de jongens- en meisjesvleugel van de voormalige school een woongelegenheid. “De toneelzaal werd opgesplitst en opgetopt. Dankzij de verschillende indelingen en afmetingen, bieden ze onderdak aan alleenstaanden, maar ook gezinnen met of zonder kinderen. Inclusiviteit werd niet uit de weg gegaan.”
Het project kreeg, na externe evaluaties, steun toegekend binnen het programma ‘Klimaatneutrale buurten en initiatieven’ en werd in 2020 één van de laureaten van ‘Paraat voor het Klimaat’. Om inzake duurzaamheid écht een verschil te kunnen maken, moeten we niet alleen zelf ons beste beentje voorzetten, maar ook anderen inspireren om dat te doen. “No method is more effective than a good example”.

Cohousing GUMM
Data
- Opdrachtgever: GUMMAAR
- Architect: DENC-STUDIO
- Stabiliteitsbureau: SEC
- Algemene bouwonderneming: PxP HYBRID WOOD CONSTRUCTIONS en G-BUILD
- Bebouwde oppervlakte: 2.600 m²
- Nuttige oppervlakte: 2.410 m²
- Gebruik van hout: de optopping (dragende structuur + wandbekleding) en de structuur van de binnenwanden en binnenschrijnwerk
- Gebruikt houtvolume: 2.000 m³

Cohousing GUMM
Uitbreiding
De zes projecten in de categorie 'Uitbreiding' voegen echte waarde toe aan bestaande gebouwen en halen het beste uit wat vaak een beperkte ruimte is met middelen die soms net zo beperkt zijn. Overtuigende winnaar in deze categorie werd Café Trappisten Westmalle uit Malle.
“Het Café Trappisten viert zijn honderdjarig bestaan in 2023 en is sinds jaar en dag een heel gekende bistro in de streek. Als bijhuis van de Abdij en Brouwerij van Westmalle vind je hier al het lekkers van de Trappisten in een gezellig kader. Post-covid zijn de uitbaters op zoek naar een flexibele uitbreiding om de gasten wat ruimer te kunnen laten tafelen en overdekt het café te laten binnenkomen.”
De molenwiek als inspiratie
De opdracht startte voor LAVA architecten met een analyse van het ontwerp van architect van Paul Van Aerschot uit 2008. “Het grondplan vormt vier molenwieken, waarbij één vleugel toog en keuken vormen en de overige drie de verbruiksruimtes, elk genoemd naar de drie bieren van Westmalle. Ons ontwerp voorziet een verlenging van elk van deze drie molenwieken met aparte paviljoenen, waarvan er nu twee gerealiseerd worden. In gebruik kunnen deze paviljoenen dienen als uitbreiding op de bestaande ruimtes, functioneren als stand-alone of – via riante schuifdeuren – overdekte buitenruimte aanbieden.”
Circulair bouwen
“Vooraf stond vast dat men hier een toonbeeld van circulair bouwen van wilde maken. Dit is herkenbaar in het materialenpallet: hout en geanodiseerd aluminium, die overal demonteerbaar verbonden worden. Plafondstralers op lage temperatuur en state-of-the-art warmtepompen zorgen voor de ecologische technologie. In functie van de stand van de zon en de windrichting zorgen uitkragingen voor zonnewering en beschutting.”
Reciproke structuur
“De blikvanger is ongetwijfeld de structuur zelf: in een zoektocht naar zo weinig mogelijk kolommen - en met de molenwiek als inspiratie - overspannen vier liggers de vrije oppervlakte. De houten balken zijn eigenlijk te kort voor de overspanning, maar door ze op mekaar te laten afdragen lukt dit wel. Ze vormen met andere woorden een reciproke structuur, wat ook een materiaalbesparing inhoudt. In het oculus, waar de vier liggers een vierkant vormen, zorgt een groot daklicht voor royaal daglicht.
De kroonlijst is uitgewerkt met metselwerk in claustraverband, als connectie met de bestaande architectuur en filter voor zonlicht. Hij wordt gedragen door een vierendeelstructuur op welgekozen afstand van het schijnwerk – in functie van de oriëntatie en windrichting.”

Café Trappisten Westmalle
Data
- Opdrachtgever: VZW Abdij der Trappisten van Westmalle
- Architect: LAVA architecten
- Stabiliteitsbureau: Bollinger + Grohmann
- Algemene bouwonderneming: Bouwonderneming Wens NV (met Sidati in onderaanneming voor de houtconstructies)
- Bebouwde oppervlakte: 286 m²
- Nuttige oppervlakte: 155 m²
- Gebruik van hout: heel de structuur werd opgetrokken uit lariks: kolommen, primaire én secundaire balken zijn opgebouwd uit gelammeleerd hout. Waar er plaatmateriaal in het zicht blijft, zoals op de plafonds onder de luifel en de uitbekleding van de lichtkoepels kozen we voor kruiselings verlijmde 3-ply panelen op een houtskelet. Het interieur tenslotte wordt afgewerkt met ruwe eiken planken.
- Gebruikt houtvolume: 35 m³

Café Trappisten Westmalle
Multiresidentiële gebouwen
De categorie ‘Multiresidentieel’ (appartementsgebouwen, groepswoningen) kan nog enorm evolueren op het vlak van houtbouw. De CLT-panelen, maar ook de knowhow van onze bedrijven zijn in staat een antwoord te bieden aan alle ambitieuze projecten, stelt de organisatie. Winnaar hier – er waren zeven inzendingen – werd De Brunfaut-toren uit Sint-Jans-Molenbeek.
De Brunfaut-toren werd in 1965 gebouwd en belichaamt het architectonisch rationalisme met zijn stalen structuur en sociale woningen verdeeld over 16 verdiepingen en beheerd door Molenbeekse Woningen. In 2015 maakten een aantal problemen een volledige renovatie noodzakelijk om te voldoen aan de moderne normen op het gebied van veiligheid, comfort en energie-efficiëntie.
Het doel van de renovatie was om het totaal aantal appartementen te behouden en tegelijkertijd hun typologie te diversifiëren, van studio's tot appartementen met vijf slaapkamers. Het project omvatte een verdubbeling van de totale oppervlakte van de toren zonder de impact ervan op de openbare ruimte in deze dichtbevolkte wijk te veranderen.
Om dit te bereiken werd de toren verhoogd en de plattegrond dikker gemaakt, waardoor de begane grond vrijkwam en de iconische aanwezigheid van de toren werd bevestigd. De bestaande stalen structuur werd behouden en blootgelegd. Een nieuwe brugstructuur op de 18e verdieping ondersteunt de verhoging, die steunt op nieuwe laterale funderingen. De nieuwe CLT houten vloeren, die licht en brandwerend zijn, geven de appartementen een warme uitstraling. De gerenoveerde toren is nu een passief gebouw met een nieuwe high-performance schil. Strikt gedimensioneerde ramen met hoogrendementsbeglazing zorgen voor effectieve zonregulering. Alle woningen met 2 of meer slaapkamers (65%) hebben patio's die natuurlijk licht in het hart van de woningen brengen. Ventilatie met dubbele luchtstroom en gecentraliseerde warmteproductie optimaliseren de energie-efficiëntie. Technische lokalen op de 1e, 18e en 22e verdiepingen beperken de omvang van de schachten. Er werd veel aandacht besteed aan de gemeenschappelijke ruimten: een transparante en toegankelijke benedenverdieping, gebruiksvriendelijke gangen met een adembenemend panoramisch uitzicht, een brugverdieping met een multifunctionele ruimte en terras en een dak met panoramisch uitzicht en ontspanningsruimten. De gevels hebben hun oorspronkelijke gladde uiterlijk behouden, met een visueel doorlatende benedenverdieping, een assertieve bovenverdieping en een reflecterend, kameleonachtig karakter, vooral dankzij een spiegelende gevel.

Brunfaut toren
Data
- Opdrachtgever: Molenbeekse woningen
- Architect: A229+Dethier
- Stabiliteitsbureau: Ney & Partners
- Algemene bouwonderneming: in Advance
- Bebouwde oppervlakte: 11.800 m²
- Nuttige oppervlakte: 10.729 m²
- Gebruik van hout: er werden CLT-panelen gebruikt voor de vloeren. Op de gevel werd ook hout gebruikt voor de structuur van de geïsoleerde eenheden.
- Gebruikt houtvolume: 1.648 m³

Brunfaut toren
Prijs van de jury
De ‘Infrastructuur voor de natuur in Braives’ in de gemeente Braives werd bedacht met de speciale Prijs van de Jury. In 2008 lanceerde de gemeente Braives een economisch en toeristisch initiatief rond het natuurlijk erfgoed: een vochtig gebied waar wilgen in overvloed groeien. Met het oog op de voorziene activiteiten heeft de gemeente recent een nieuwe infrastructuur opgetrokken. Deze bevat onder andere een lokaal voor het weven van wilgentenen en milieu-educatieactiviteiten voor kinderen, een fietsenstalling en een beschermde buitenruimte om allerhande natuuractiviteiten in onder te brengen.
De projectuitvoering werd zo eenvoudig mogelijk gehouden. De infrastructuur is discreet in het landschap ingeplant, rekening houdend met de risico's in verband met overstromingen. De milieu-impact is tot een absoluut minimum beperkt: omkeerbaarheid en demonteerbaarheid van de elementen, hergebruik van materialen, afwezigheid van gewapend beton, vereenvoudigde technieken voor makkelijk onderhoud, natuurlijke en lokale materialen, ... De houten structuur geeft ritme aan de ruimten en de relaties met het landschap; een stenen muur geeft kracht aan het volume waardoor het kan rivaliseren met de historische boerderijen; en de ruimten brengen de gebruikers in contact met de materialen en de onmiddellijke omgeving. Dit resulteert in een instrument voor landelijkheid dat volledig in de omgeving opgaat.
Bijzonder aan dit project is de gevelbekleding uit gevlochten wilgentenen. Hiermee wordt de geest van het ontwerp samengevat: de wilgentenen werden ter plekke gekweekt en geoogst, en de wilgenpanelen werden door de gebruikers zelf vervaardigd, zodat landelijke knowhow en lokale productie werden gevaloriseerd. Op deze manier wordt ecologische duurzaamheid verzoend met economische en sociale duurzaamheid, terwijl de betekenis en het imago van een lokale teelt in ere worden hersteld.
De uitstraling van het gebouw is bijgevolg niet het resultaat van het architecturale streven van een individu, maar van het convergeren van interne projectlogica’s (site, structuur, programma, enz.).
Het zo gecreëerde beeld resulteert dan ook niet uit een voorafgaande voorwaarde, maar is de natuurlijke uitkomst van een ontwerpproces waarin de projecteisen werden geïntegreerd. Het beeld behoort bijgevolg niet alleen de architect toe, maar net zo goed, zo niet meer, de site en haar gebruikers, ... waardoor de architectuur toegankelijk is voor iedereen.

Infrastructuur voor de natuur in Braives
Data
- Opdrachtgever: Gemeente Braives
- Architect: Bruum architecture + Thibaut Brogneaux architectures
- Stabiliteitsbureau: Stabili.d
- Algemene bouwonderneming: Serbi
- Bebouwde oppervlakte: 540 m²
- Nuttige oppervlakte: 540 m²
- Gebruik van hout: het volledige gebouw is uitgevoerd in hout, uitgezonderd de metalen funderingspalen en de steunmuur van hergebruikte stenen. De structuren zijn vervaardigd uit massief vurenhout, het raamwerk uit larikshout en de binnenafwerking uit OSB-platen. Bijzonder aan dit project zijn de bekledingen, borstweringen en bepaalde roosters op basis van wilgenhout (gevlochten wilgentenen).
- Gebruikt houtvolume: 60 m³

Infrastructuur voor de natuur in Braives