Zit houtbouw in België wel echt in de lift?
Steeds meer houtbouwbedrijven
Het aantal houtbouwbedrijven vertoont alvast een stijgende tendens, en dat is al zo sinds het begin van de metingen. In 2011 telde België 100 houtbouwbedrijven en in 2022 zijn dat er al 150. 91 van die 150 bedrijven hebben hun maatschappelijke zetel in Wallonië.
De grootte van de bedrijven blijft eerder beperkt. De helft van de bedrijven richt zich vooral op individuele huizen en specifieke projecten. Ze nemen ongeveer 25% van de markt voor hun rekening. Daartegenover staat de andere helft van de bedrijven die meer dan 20 woningen per jaar realiseert en daarmee zo’n 75% van de houtbouwmarkt vertegenwoordigt. Dit zijn bedrijven die enorm investeerden in de automatisering van hun productie. Ze bouwen woningen voor volledige wijken en vakantieparken en omvangrijke niet-residentiële gebouwen.
De bedrijfsgrootte blijft relatief stabiel, ondanks de perspectieven die prefabricatie biedt. Hiermee zouden de bedrijven hun productiecapaciteit aanzienlijk kunnen opschalen, maar gezien de grote investeringen die het vereist, is het voor kleine bedrijven vaak geen haalbare kaart. Er is dus sprake van een houtbouwsector met twee snelheden.
Er is ook een regionaal verschil: Vlaamse bedrijven die aan houtbouw doen, zijn vaak groter en hebben ook vaker houtbouw als enige activiteit. De ‘sleutel-op-de-deur’ formule is er meer gesystematiseerd en het eraan verbonden productieproces meer stereotiep.
Stagnering houtbouwwoningen
Hoewel de houtbouwbedrijven in aantal toenemen, kan hetzelfde niet gezegd worden van de houtbouwwoningen. Er is eerder sprake van een stagnatie, met in Wallonië een flinke dip in 2021.
Hout Info Bois ziet de volgende mogelijke oorzaken:
- De coronacrisis heeft de organisatie van de productie en bouwwerven vooral in 2021 danig verstoord.
- De zeer grote vraag naar hout in o.a. China en de VS veroorzaakten hier houttekorten en gestegen houtprijzen.
- De stijging van de energieprijzen bracht de al verstoorde bouwdynamiek verdere schade toe.
De oorlog in Oekraïne had toen nog geen impact op de situatie. De cijfers dateren immers van 2022, toen vooral bouwprojecten gerealiseerd werden die nog voor de oorlog werden opgestart. “De termijnen om bouwvergunningen te bekomen, de administratieve formaliteiten en de realisatie van gebouwen zouden te kort geweest zijn”, geeft de organisatie aan. Dit jaar kunnen bouwbedrijven de impact van de oorlog wel gaan voelen.
Teruglopend marktaandeel
Het aantal houtbouwwoningen stagneert en bovendien loopt het marktaandeel van de houtbouw terug. Dit marktaandeel werd becijferd door het aantal houten huizen dat in België gebouwd werd te delen door het aantal bouwvergunningen dat werd afgeleverd, ongeacht het materiaal waarmee die gebouwd werden.
De coronacrisis kan opnieuw aan de basis liggen van dit fenomeen: de houtprijzen gingen immers vroeger de hoogte in dan de prijzen van andere bouwmaterialen, en de bevoorrading verliep moeizaam.
In 2021 en 2022 werden wel merkelijk meer renovaties, optoppingen en uitbreidingen gerealiseerd, zowel in hout als in andere materialen. Heel wat mensen besloten hierin te investeren toen ze door de lockdown niet op reis of op stap konden gaan.
Hoofdzakelijk houtskeletbouw
De bevraging zoomt ook in op de verschillende houtbouwsystemen. Houtskeletbouw blijft hét houtbouwsysteem bij uitstek: ongeveer 80% van de nieuwbouwwoningen in houtbouw worden in houtskeletbouw uitgevoerd. Het palen-balkensysteem en de houtstapelbouw liepen sinds het begin van de metingen sterk terug (respectievelijk tot 1,3 en 2,6%).
Het aandeel van het CLT-systeem (zowel gelijmd als genageld) is eerder stabiel. Hier wordt in zo’n 13% van de gevallen voor gekozen. Bij renovaties, optoppingen en uitbreidingen wordt er echter nauwelijks voor CLT gekozen omdat het nu eenmaal een zwaarder systeem is dat minder aanpasbaar is aan bestaande structuren dan andere houtbouwsystemen.
Forse stijging niet-residentiële houtbouw
Bij niet-residentiële gebouwen zit houtbouw wel duidelijk in de lift. Het aantal gerealiseerde gebouwen is fors gestegen: van 89 in 2020 tot 242 in 2021 en 204 in 2022. Opmerkelijk vindt Hout Info Bois: “De coronacrisis heeft ongetwijfeld een niet verwaarloosbare impact gehad op deze houtbouwsector. Dit betekent dat de overheden en vastgoedinvesteerders zich steeds meer bewust zijn van het belang van het gebruik van hout in niet-residentiële gebouwen.”
En dat zou algemeen goed mogen zijn: “Het uitblijven van de daadwerkelijke groei van de houtwoningbouw blijft een raadsel. Hout is immers het enige structurele bouwmateriaal dat volkomen natuurlijk en hernieuwbaar is. Houtconstructies zijn kwaliteitsvol en voldoen aan dezelfde eisen als de andere zogenaamde traditionele constructies op het gebied van de thermische prestaties, de luchtdichtheid, het energieverbruik, enz. Hout zou dus van nature moeten worden gepromoot als uitgelezen materiaal, vooral op milieuvlak, in de strijd tegen de klimaatopwarming.”
De boodschap is duidelijk vinden ze bij Hout Info Bois: “Overal ter wereld is er een groeiend enthousiasme voelbaar voor hout als materiaal voor dit type gebouwen. De wedloop voor het hoogste houten gebouw is reëel. Het lijkt ons niet nodig dat België zich plaatst als uitdager in deze competitie die uiteindelijk maar weinig belang heeft. Het is daarentegen absoluut noodzakelijk dat de overheden als voorbeeld dienen en resoluut voor hout kiezen voor heel wat van hun gebouwen.”
De enquête
Deze bevindingen komen uit een bevraging die Hout Info Bois tweejaarlijks uitvoert bij de Belgische bedrijven die aan houtbouw doen. Ze werken daarvoor samen met het Office Economique Wallon du Bois en Embuild Wallonië. De enquête loopt sinds 2011 en de laatste cijfers dateren van 2022. Zo wordt al meer dan een decennium aan houtbouw in kaart gebracht.
Er wordt gepeild naar alle types gebouwen: zowel residentiële als niet-residentiële, en ook renovaties, uitbreidingen en optoppingen komen aan bod. Belangrijk: een gebouw wordt enkel meegeteld als de verticale hoofdstructuur in hout is opgetrokken.