"Moeilijk, maar geen reden tot paniek!" De schrijnwerksector maakt de balans op
Het beter doen dan de rest
“Vandaag valt het nog mee”, steekt Wim Waelkens van wal, “maar met Arlu zitten we in de eindfase van een bouwproces. Bedrijven die vroeger in de keten aan zet zijn, hebben het nu al moeilijker. Toch is het nog steeds onze ambitie om het beter dan de markt te doen.”
Wie is wie?
- Frederik Declercq, Managing Director bij Profine, producent van pvc profielen, waaronder de profielen van Kömmerling.
- Jan Desmet, voorzitter van Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie.
- Marieke Desmet en Wouter Polfliet, respectievelijk Product Manager Panels en Advisor & administrator of the executive board bij Decospan, ontwikkelaar en producent van fineerproducten.
- Peter Van Hoecke, CEO van Van Hoecke, toeleverancier voor de meubelindustrie en producent van lades en lade-indelingen.
- Rik Lecot, co-CEO van Lecot, vakhandel voor bouwprofessionals.
- Wim Waelkens, General Manager van Arlu, fabrikant van deuroplossingen.
- Willy Simoens, zaakvoerder van Schrijnwerkerij Simoens.
Aan ondernemingszin ontbreekt het onze gesprekspartners geenszins. “We willen het beter doen dan de concurrentie”, zegt ook Frederik Declercq van Kömmerling. “Dat doen we door te innoveren en nieuwe producten op de markt te brengen.” Daarbij laten ze zich leiden door de noden van hun klanten en esthetische en ecologische motieven. “We verwerken steeds meer gerecycleerd materiaal in onze profielen en werken procedures uit om onze materialenkringloop te sluiten. We ontwikkelen ook profielen van bio-attributed pvc, waarbij de aardolie vervangen wordt door grondstoffen van plantaardige oorsprong. We zijn het de wereld verschuldigd, maar het is ook wat de consument steeds meer van ons zal verlangen. Ik zie alleszins hoe sterk het speelt bij de jonge mensen die hier bij ons werken.”
Je markt bewaken, is nu cruciaal weet ook Fedustria voorzitter Jan Desmet. “Stel je wat competitiever en agressiever op zodat je toch zeker je mensen aan boord kunt houden. Het was al zo moeilijk om ze te vinden dus nu moet je ze aan het werk zien te houden.”
Moeilijker 2023 én 2024
Hoe staan de bedrijven er nu precies voor, en werden de verwachtingen voor de eerste helft van het jaar ingelost? “Wij hebben het in de eerste helft van het jaar iets beter gedaan dan vorig jaar, maar als je de inflatie en prijsstijgingen in rekening brengt, gaan we er niet op vooruit”, deelt Wim Waelkens. “Voor de tweede helft van het jaar houden we rekening met een vertraging, maar ik denk dat wie actief is in interieur en afwerking die vooral ook in 2024 zal voelen.”
Kömmerling heeft het jaar beter dan verwacht ingezet, maar sinds april merken ze dat de rem erop zit. “Een plotse terugval van 20 à 25% hadden we niet zien aankomen. Dat heeft volgens ons enerzijds te maken met destockage. Nu de prijsstijgingen achter de rug zijn, leggen onze klanten geen extra stock meer aan en teren ze langer op hun aangelegde voorraad. Anderzijds zijn er ook veel minder nieuwbouwprojecten omdat mensen in dit economisch klimaat twee keer nadenken voor ze investeren.”
Bij Lecot hadden ze erop gerekend dat ze in de eerste helft van dit jaar een beter resultaat zouden neerzetten dan tijdens de tweede helft, maar de omzetstijging van 6,5% was meer dan waar ze op hadden gehoopt. “Wanneer we met onze klanten praten, horen we dat ze momenteel nog voldoende werk hebben, maar dat de verkoop toch sterk terugloopt. Als je hoort dat het aantal hypothecaire leningen met meer dan 40% is gedaald dan weet je dat wij dit ook zullen voelen. De tweede helft van het jaar en 2024 zullen moeilijk worden.”
Van Hoecke zette een resultaat neer dat in dezelfde lijn als dat van vorig jaar ligt terwijl ze toch op een stijging van om en bij de 4% hadden gehoopt. Net als bij Kömmerling speelt destockage mee en ook zij merken dat de vraag nu sterk terugloopt. “In het midden en hogere segment valt het mee, maar het lagere segment krijgt rake klappen”, vertelt Peter Van Hoecke.
Bij Decospan merken ze dat de markt van het decoratief plaatmateriaal sneller stabiliseert dan die van de vloerbekleding. “Gezien de omstandigheden doen we het goed met de panelen en ik denk dat we tijdens de tweede jaarhelft op hetzelfde elan zullen verdergaan", vertelt Marieke Desmet. "We hebben net een nieuwe versie van Shinnoki op de markt gebracht die goed scoort. De houten vloeren presteren wel beduidend minder dan vorig jaar. De consument kiest na de renovatiewoede eventjes voor andere uitgaven, maar ook hier blijven we inzetten op innovatie en zijn we er van overtuigd dat we over de juiste producten beschikken."
Bij Fedustria vrezen ze ook dat de verhoopte opleving van de activiteiten in de tweede jaarhelft zal uitblijven. “Tijdens het laatste rondetafelgesprek hebben we alleszins geen positieve signalen opgepikt. Er is toch wat nervositeit en we kunnen niet ontkennen dat het moeilijke tijden zijn”, vertelt Jan Desmet.
Schrijnwerker Willy Simoens bevestigt dat het orderboek minder ver gevuld is dan normaal. “We kunnen nu nog twee à drie maand vooruitplannen wat toch minder is dan andere jaren. Sinds maart verloopt het moeizamer.” Hoewel hij van collega’s weet dat vooral nieuwbouw terugloopt, hebben ze zelf net enkele nieuwbouwprojecten binnengehaald. Voor een tweemansbedrijf – Willy werkt samen met zijn zoon – is het voldoende, maar hij kan zich voorstellen dat het voor grotere bedrijven, die hun personeel aan de slag willen houden, moeilijker is. Van de aanvragen gaan er ook minder projecten door. “Vroeger haalden we toch zeker 80% van onze offertes binnen, maar vandaag is dat nog maar 50 à 60%. Mensen vallen over de prijs en zetten hun plannen in de koelkast of zoeken een goedkopere oplossing.”
Wist je dat…
elke nieuwe bouwvergunning gemiddeld zeven verhuisbewegingen genereert? Op die manier kan je dus een link leggen tussen het aantal verleende vergunningen en de interieurmarkt, weet Peter Van Hoecke. “Gemiddeld investeren 5 van die 7 verhuizende huishoudens in een nieuwe keuken. Als er minder gebouwd wordt, voelen wij dat absoluut ook, zeker in het lagere segment.”
Een kwestie van budget
Wie een voldoende hoog budget heeft, laat de crisis niet aan zijn hart komen en blijft investeren. “In het low-end gamma is het moeilijker”, vertelt Wim Waelkens. “Ook kantoren en grote industriële spelers gaan op de rem staan.”
Decospan merkt ook dat high-end projecten gewoon blijven doorlopen. In verschillende segmenten en landen actief zijn, loont op dit moment. “Dankzij onze geografische diversificatie maken we wat we in één land verliezen elders weer goed”, vertelt Marieke Desmet van Decospan.
Ook Van Hoecke zet in op internationalisering. “We denken dat we in de tweede helft van dit kalenderjaar en de eerste helft van volgend jaar toch een omzetgroei van 3% zullen kunnen realiseren, maar die moet vooral uit het buitenland komen. In de Benelux hebben omzetschommelingen meteen een grote impact omdat we al marktleider zijn, maar het buitenland is onontgonnen terrein. Alles wat erbij komt, is mooi meegenomen. Loopt het in één regio niet goed dan kunnen we het in een andere regio proberen. Hier hebben we die speelruimte niet meer”, aldus Peter Van Hoecke.
Ongunstig kostenplaatje
Uit gesprekken met klanten leidt Wim Waelkens af dat schrijnwerkers (nog) niet zozeer wakker liggen van de vraagzijde, maar wel van het ongunstige kostenplaatje. “De prijzen van grondstoffen en bouwmaterialen stijgen misschien niet langer, maar de lonen, de energie en alle dienstverleners waar je een beroep op doet, zijn wel een stuk duurder geworden. De marges staan nog steeds sterk onder druk.”
Het houdt ook Jan Desmet bezig: “Met dergelijke productiekosten wordt het steeds moeilijker om in eigen land te blijven produceren. De industriële activiteit was de afgelopen 100 jaar toch de motor van onze welvaart, ik denk niet we het ons kunnen permitteren om die nog verder af te bouwen.”
Het klimaat ten opzichte van de maakindustrie kan inderdaad beter, vindt Peter Van Hoecke. “De loonindexering weegt enorm op de kosten. Wanneer je internationaal actief bent, schaadt dat jouw competitieve voordeel enorm.” Ook de vele nieuwe regels waaraan bedrijven zullen moeten voldoen om de klimaatdoelstellingen te halen, baren hem zorgen. Europa legt de lat hoog in vergelijking met andere landen. “Turkije is in opmars als leverancier van goedkoop textiel en goedkope meubelen en China kan zo goed als ongehinderd het hout uit onze bossen blijven opkopen. Ik vrees dat Europa zijn hand een beetje overspeelt.”
Van stabiele naar volatiele markt
“Voor de pandemie was onze markt een van de stabielste in dit land”, gaat hij verder. “Je kon er bijna gif op innemen dat je jaar na jaar met 3 tot 5% kon groeien. Covid heeft een bullwhip-effect in gang gezet. Telkens wanneer je plannen maakt om de volgende golf te nemen, steekt er een nieuwe storm op en zijn ze meteen weer achterhaald.”
Sindsdien plant het bedrijf nog maar drie maanden vooruit in plaats van een jaar. “Met zo’n rolling forecast kunnen we sneller handelen en als specialist in mass cutomization is dat voor ons cruciaal. Elk order is maatwerk. De productie start pas wanneer het order binnen is, we maken niets op voorhand. Als we de evolutie in die orders verkeerd inschatten, gaan we helemaal de mist in. Stel dat we 10% groei voorzien en er in realiteit met 5% op achteruitgaan, dan hebben we ook 15% te veel personeel in dienst. Tijdig bijsturen is dus ook cruciaal om mensen werkzekerheid te kunnen bieden.”
Kosten en processen onder de loep nemen
Ook Wim Waelkens vindt dat de situatie om een meer pro-actieve houding vraagt. “Je moet korter op de bal spelen, meer kosten doorrekenen, tijdig factureren en daarnaast je kosten grondig onder de loep nemen. Kan je bepaalde zaken laten vallen of efficiënter aanpakken? Daarnaast kan je bekijken of er extra zaken zijn die je in je aanbod zou kunnen opnemen, want door je klant zo goed mogelijk te bedienen en te ontzorgen, kan je het verschil maken.”
Het is een goed moment om je processen door te lichten, beaamt Peter Van Hoecke. “Zeker nu het zo moeilijk is om goede arbeidskrachten te vinden, is het belangrijk om te bekijken op welke manier je ze best kunt inzetten om meerwaarde te creëren. Andere zaken kan je uitbesteden.” Op het vlak van energieverbruik kunnen veel schrijnwerkers volgens hem nog flink winst boeken. Grijp deze kalmere periode aan om je klaar te maken voor de volgende stap is dan ook zijn devies. “De conjunctuur verloopt cyclisch, het komt sowieso goed. Ze mogen dan wel zeggen dat de pessimist op het einde altijd gelijk heeft, maar alle belangrijke veranderingen in de wereld kwamen er dankzij optimisme. Een positieve ingesteldheid helpt je om helder te zien wat er moet gebeuren en is goed voor je moraal. Als je jouw werk met passie, enthousiasme en goesting kunt blijven doen, vind je zeker oplossingen.”
Lees ook:
Marieke Desmet en Wouter Polfliet denken dat het belangrijk is om goed te bekijken wat er vandaag allemaal op de markt aanwezig is. “Omgaan met verandering is sowieso voor elke organisatie moeilijk, en nu we in tijden van continue verandering leven wordt we heel erg uitgedaagd om daar beter mee te leren omgaan. Flexibiliteit was nog nooit zo belangrijk. Je moet weten wat er in de markt gebeurt zodat je er snel op kunt inspelen”, vindt Marieke. “Er worden voortdurend innovaties gelanceerd door bedrijven zoals het onze en dat biedt kansen om weer frisse producten op te nemen in je projecten”, vult Wouter aan. “Zo kan je meer opdrachten naar je toe trekken. We juichen het ook toe dat verwerkers hun ervaringen naar ons terugkoppelen zodat we in een geest van co-creatie innovaties op de markt kunnen brengen waar iedereen beter van wordt.”
Belang van innovatie
Zelf bracht Decospan dit jaar al verschillende innovaties op de markt. “Er is meer voorzichtigheid, maar we merken wel dat de markt wel heel positief blijft reageren op verfrissende nieuwe producten”, aldus Marieke Desmet. Transparantie en verwerkingsgemak staan hierbij voorop: “Klanten hebben nood aan duidelijkheid en dat kunnen we hen beter bieden met afgewerkte producten zoals onze houten wandbekleding of panelen. Daarmee komen we ook tegemoet aan de nood van schrijnwerkers om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Met kant-en-klare producten verloopt de verwerking veel vlotter. Los daarvan is fineer een vrij complex product dat oneindig veel mogelijkheden biedt, maar het vraagt ook wel de nodige kennis. Op deze manier maken we fineer toegankelijk voor mensen die er minder benul van hebben en boren we dus nieuwe segmenten aan.”
Onze gesprekspartners verliezen zich niet in doemscenario’s. Stuk voor stuk blijven ze optimistisch. “Als je de markt niet kunt veranderen, moet je het beste maken van wat er op je afkomt”, vindt Rik Lecot. “Je moet ervoor zorgen dat je geen marktaandeel verliest, of zelfs marktaandeel proberen winnen. Wij doen dat onder andere door steeds meer diensten aan te bieden die het leven van onze klanten gemakkelijker maken, en door te blijven investeren in onze logistieke flow. Klagen resulteert uiteindelijk in een self fulfilling prophecy. Je kunt die energie beter anders besteden zodat je sterker bent wanneer er weer betere tijden aanbreken.”
Renovatiegolf zorgt voor boost
“In moeilijke momenten wordt de kiem gelegd voor toekomstig succes”, omschrijft Wim Waelkens het mooi. “Met het woningbestand dat grondig gerenoveerd moet worden, komt er sowieso veel werk op de plank.”
Ook Frederik Declercq verwacht veel van de renovatiegolf: “Wie producten aanbiedt die helpen om de buitenschil van de woning beter te isoleren, zit sowieso goed. Ramen en deuren spelen een belangrijke rol in dat verhaal.” Ook in de bredere zin biedt het duurzaamheidsvraagstuk volgens hem kansen. “Wanneer je ervoor kiest om te werken met ecologische materialen en duurzame oplossingen kan je dat uitspelen als een troef. Ik merk dat heel wat schrijnwerkers nog een afwachtende houding aannemen terwijl we mensen nodig hebben die mee aan de kar trekken.”
Opnieuw wordt innovatie een belangrijke sleutel tot succes. Volgens Wim Waelkens is er veel ruimte voor de ontwikkeling van budgetvriendelijke oplossingen voor de toekomstige renoveerders. Om voldoende woningen op een betaalbare manier te kunnen renoveren, moet het bouwproces toch een transformatie ondergaan, gelooft hij.
Jan Desmet is het er roerend mee eens: “Op één of andere manier moet het toch voor iedereen haalbaar worden om te investeren in een beter geïsoleerde woning. De renovatiegolf zal meer dan genoeg werk met zich meebrengen, maar mensen moeten het wel kunnen betalen. Ofwel moeten de prijzen van de materialen zakken, ofwel moeten we ze compenseren door efficiënter te werken. Het is een belangrijk vraagstuk en we moeten het zien op te lossen.”
De renovatiegolf zal ook volgens Peter Van Hoecke extra opportuniteiten creëren in de schrijnwerksector, maar hij betwijfelt dat de meubel- en interieurbouwsector er veel baat bij zullen hebben. “Vroeger spendeerden mensen bij wijze van spreken 20% van hun budget aan de bouwschil en 80% aan het interieur, maar vandaag zijn de verhoudingen omgekeerd en wordt er vooral geïnvesteerd in isolatie en energiezuinige technieken.”
Wim Waelkens gelooft wel dat het ook voor interieurbouwers extra werk zal opleveren. Daarnaast ziet hij nog andere nieuwe trends, zoals het toegenomen telewerk, die kansen scheppen. De grote open ruimtes die zo in trek waren, mogen weer verkleind worden zodat we ons kunnen afzonderen om rustig te werken. Akoestische oplossingen zijn daarbij onontbeerlijk.
Conclusie? “Er zijn kansen te over, maar je moet ze wel zelf grijpen”, besluit Jan Desmet.