Overnachten in een unieke houten grot? Het kan. Maar hoe bedenk en maak je zoiets?
De opvallende constructie toornt in het Gentse ommeland boven een oude tuinmuur uit. Met zijn ongewone vorm – doet hij jou ook aan een duikboot denken? – past het paviljoen misschien niet helemaal in de omgeving, maar storen doet het allerminst.
“We kozen voor een zachte vorm met afgeronde hoeken, die de glooiing van het perceel volgt. De buitenschil in geprofileerd cortenstaal past perfect bij de groene omgeving wat de integratie in de tuin bevorderde”, vertellen de architecten. Het overnachten zelf gebeurt in een wel heel bijzonder houten volume, en hoewel we niet kunnen wachten om in de details te duiken, willen we je ook de rest van dit bijzondere gebouw niet ontzeggen. Doorloop je het van begin tot einde – of in dit geval van kelder tot uitkijktoren – dan doet het aan als een ietwat bevreemdende filmische ervaring waarbij je van de ene sfeer in de andere terechtkomt. De architecten hielden het werk van de Amerikaanse filmmaker David Lynch in het achterhoofd en dat voel je.
Van het donker naar het licht
De ervaring start in de woning van de gastheer waar je via een trap in een ondergrondse gang terechtkomt. Die donkere gang lijkt langer te zijn en dieper te liggen dan in werkelijkheid het geval is, maar zo raak je alvast in de juiste sfeer voor je in een ondergrondse cinemazaal met bar terechtkomen. Na de vertoning leidt een smalle wenteltrap je weer naar de begane grond en naar de ingang van het gastenverblijf dat meteen een heel andere ambiance uitstraalt.
Hier kozen de architecten voor natuurlijk en warm hout omdat het materiaal als geen ander een gezelligheid weet op te roepen die de gasten onmiddellijk op hun gemak stelt. We gaan nog even de deur van het gastenverblijf voorbij om de rest van het parcours af te leggen. De trap draait nog verder omhoog naar een uitkijkpunt dat een schitterend zicht op de omgeving en de Scheldevallei biedt. Je kunt ervan genieten met of zonder kleren aan, want hier vind je meteen ook de (buiten)douche.
Bijzondere voordeur
We dalen weer enkele treden af en gaan dit keer wel het gastenverblijf binnen, via de ‘voordeur’ uit afzelia hout. De wenteltrap loopt immers buiten, een duurzame houtsoort als buffer tussen binnen en buiten was dus een must. De deur maakt deel uit van een 12-hoekig geheel dat verder uit koud verlijmd glas bestaat.
Bart Devos, zaakvoerder van Devos BV, vertelt: “De deur heeft inderdaad een bijzondere vorm, in al die jaren was het toch de eerste keer dat we zoiets maakten. Echt complex is het niet, maar je moet wel vertrekken vanuit een perfecte tekening en we moesten ook aangepaste programma’s maken voor de CNC-machines. Er kroop dus meer tijd in de werkvoorbereiding, maar de productie zelf verliep vlot. Het grootste aandachtspunt was ervoor zorgen dat de twee delen voldoende stevig met elkaar verbonden waren. De boven- en onderregel bestaat telkens uit twee stukken die kops aan elkaar gezet werden.”
Naast de voordeur zorgen 10 ruiten ervoor dat het volume helemaal afgesloten is van de weersinvloeden van buitenaf. Er werd met een minimum aan profielen gewerkt. “Enkel boven- en onderaan loopt er eentje”, vertelt architect Maarten Vanbelle, “in de hoeken werden de glaspanelen koud verlijmd.”
Bart Devos schetst hoe ze dit precies hebben aangepakt: “Het glas moest de correcte overlap krijgen, zodat de binnen- en buitenruit elkaar op de juiste plaats zouden snijden. De binnenruit moet namelijk kleiner zijn dan de buitenruit om de juiste hoek te kunnen maken. Een zwart gelakt afstandsprofiel houdt de dubbelglas ruiten uit elkaar en een zwarte siliconen afdichting garandeert een lucht-, wind- en waterdicht geheel. Dit zorgt voor de zwarte rand die je op de hoeken ziet, maar verticale profielen zijn er niet.”
Eén groot meubel
Het houten gastenverblijf zelf is volledig opgetrokken uit gelamelleerde houten balken, die telkens 40 mm dik zijn. Ze doen niet alleen dienst als wand, maar ook alle interieurelementen werden er als het ware uitgehouwen. Het keukenwerkblad, de wand- en boekenplanken en het bed maken allemaal integraal deel uit van de constructie. Er werd een nis voorzien voor een ijskast en een opening tussen het slaap- en leefgedeelte. De vloer en het plafond bestaan uit hetzelfde grenenhout, maar dan in de vorm van een multiplex plaat. Ook de twee ronde ramen vallen meteen op. “Het interieur is vrij monotoon van kleur, daardoor wordt je aandacht meteen getrokken door de grote ronde ramen die zicht bieden op de tuin en een oud kasteel.”
Hoe bedenk en maak je zoiets vragen we ons af? “Omdat de opdrachtgever ons vroeg om iets te maken dat zijn naasten zich voor altijd zouden herinneren, wilden we echt iets origineels bouwen dat ze zeker nog nooit hadden gezien. Op een bepaald moment kregen we de ingeving om er één groot meubel van te maken. Gelamelleerd hout leek ons het ideale materiaal omdat je hiermee als het ware meubels kunt creëren door de balken telkens ten opzichte van elkaar te laten verspringen.”
Het ontwerp was een tijdrovend huzarenstukje: “Het gaat om een 38-tal laagjes die we één voor één op grote schaal hebben uitgetekend voor de schrijnwerker zodat hij de lagen in het atelier perfect zou kunnen nabouwen.” Uitrekenen hoeveel balken er in welke breedtes besteld moesten worden om met zo weinig mogelijk snijverlies te blijven zitten, was voor de architecten ook geen sinecure.
Handwerk
Het maakproces zelf verliep niet moeizaam, maar vroeg op zijn beurt de nodige tijd omdat er op een traditionele manier gewerkt werd.
“Twee schrijnwerkers hebben er twee weken lang in het atelier aan gewerkt. Prefab was hier de enige optie want een flinke regenbui zou de gelamelleerde balken beschadigen. Het hout was ook meteen de afwerking, we konden ons dus niet permitteren dat het door regen zou verkleuren of vervormen.”
Het atelier was dat van Stijn Reynvoet, die zich specialiseert in houtbouw. Hij vult aan: “De constructie werd in het midden van het atelier opgebouwd. We reden er met de heftruck rond om elke balk op de juiste plaats te positioneren. Met een reciprozaag, bovenfrees en handschaaf werd elke balk bewerkt en gemodelleerd tot hij de juiste vorm had. De constructie kon in vier delen gedemonteerd worden om zo met een kraan en oplegger naar de werf getransporteerd te worden. We werkten met een vallende tand om de delen op de werf weer eenvoudig in elkaar te kunnen puzzelen.”
Het dak werd onmiddellijk op de constructie geplaatst zodat er op één dag tijd een waterdicht geheel ontstond.
Cortenstaal gevelbekleding
Het inwerken van de ronde ramen gebeurde uiteindelijk met een mal die een 5-tal centimeter kleiner was dan het uiteindelijke raam.
Stijn Reynvoet: “In eerste instantie wilden we het raam er meteen perfect inwerken, maar elke balk exact de juiste zaagsnede of boog geven, was haast onmogelijk. Daarom maakten we gebruik van een mal en hebben we de opening ter plaatse bijgeschaafd en -geschuurd tot het raam er perfect in paste.” Het gastenverblijf kreeg ter afwerking een jasje van cortenstaal. De vlakke cortenstaal platen werden zo geprofileerd dat er een container look ontstond. Stijn legt uit hoe de wand naar buiten toe werd opgebouwd.
“We plaatsten een verticaal regelwerk op de gelamelleerde balken. Tussen de latten werd een 8 cm dikke laag rotswol aangebracht die voor een goede isolatie zorgt. Daarboven volgde een dampopen onderdakfolie, die voor de waterdichtheid zorgt, en tot slot een horizontaal regelwerk waar het cortenstaal op bevestigd werd. De ramen liggen in het vlak van de isolatie, de onderdakfolie werd op het schrijnwerk verlijmd voor een goede luchtdichtheid.”
Wie dit bijgebouw bezoekt, zal het dankzij het verrassende ontwerp en de kwalitatieve uitvoering inderdaad niet licht vergeten. Missie geslaagd. Sinds kort kan het gastenverblijf af en toe geboekt worden.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief