Jonas Arnauts: lasser wordt ‘groene’ dakwerker
Hoe ben je in de sector terechtgekomen Jonas?
“Via via kreeg ik de kans om bij een gevestigd bedrijf als dakwerker aan de slag te gaan. Ik deed het graag, de sfeer zat er goed en ik kon de kneepjes van het vak al doende leren.”
“Toen we zelf gingen verbouwen, besloten we dat op een ecologische manier te doen. Zo leerde ik Bruno De Witte, de man achter Arius, kennen en ontdekte ik dat je dakwerken ook op een veel duurzamere manier kunt uitvoeren. Zo wilde ik het in de toekomst ook graag aanpakken. Ik werkte een tijdje in onderaanneming voor Arius en ging niet lang daarna echt mijn eigen weg.”
“Vandaag werk ik voor verschillende aannemers en particuliere klanten. Ik voer vooral renovaties uit. Dat geeft veel voldoening omdat je een voor en na te zien krijgt, maar ik leg me er ook vanuit ecologische overwegingen op toe. Er zijn al zo veel gebouwen, we moeten wat er is renoveren in plaats van nieuwe huizen te blijven bouwen.”
Wat moeten we verstaan onder duurzame dakwerken?
“Het zit hem zowel in de materiaalkeuze als in de uitvoering. Ik schenk nu bijvoorbeeld veel meer aandacht aan het correct afsluiten en dampdicht maken van het onderdak, want als je de warmte of koude daar al gaat tegenhouden, kan de isolatie ook veel efficiënter werken. Ik wil niet met stenen gooien, maar ik merk toch dat hier in de praktijk niet altijd voldoende aandacht aan wordt geschonken. Men lijkt het gewoon (nog) niet zo belangrijk te vinden.”
“Daarnaast werk ik graag met ecologische materialen. Isolatiematerialen als cellulose of houtvezel slagen er bijvoorbeeld veel beter in om de warmte in de zomer te capteren zodat je huis frisser aanvoelt. PIR platen doen dat met hun beperkte gewicht en inertie minder waardoor mensen vaak toch nog een airco moeten installeren. Dan ben je aan het dweilen met de kraan open.”
Met welk materiaal werk jij het liefst?
“Cellulose vind ik een fantastisch isolatiemateriaal. Het zijn gerecycleerde papiervlokken die onder hoge druk en met hoge densiteit worden ingeblazen. Hierdoor heb je geen enkele voeg in je isolatieschil wat bij heel wat andere isolatiematerialen wel het geval is. Het isoleert heel erg goed en is dan ook nog eens ecologisch.”
“Voor het onderdak werk ik graag met houtvezelplaten en verder vind ik Thermowood een goed ecologisch alternatief voor tropisch hardhout. Door de hittebehandeling is het hout ongeveer even duurzaam als hardhout, maar doordat het om lokaal hout gaat, heeft het een veel kleinere ecologische voetafdruk. Er komen ook geen chemicaliën aan te pas.”
Gaan klanten altijd akkoord met die keuzes?
“Daar worstel ik nog mee. Ecologische materialen zijn vaak wel wat duurder. Dat is ook logisch. Neem nu kalkhennep: hennep heeft ruimte en tijd nodig om te groeien. Het productieproces kan nooit zo efficiënt verlopen als dat van PIR-platen. Ik ben ervan overtuigd dat het de investering waard is, maar om me nu echt in de theorie te gaan verdiepen zodat ik mensen kan overtuigen met de juiste cijfers… daar heb ik minder zin in.”
“Mijn offertes vallen soms duurder uit dan die van collega’s die op een andere manier en met andere materialen werken. Mensen zien er niet altijd de meerwaarde van in en ik vind het ook niet altijd gemakkelijk om hen daarvan te overtuigen. Toch ben ik niet snel geneigd om van de ecologische materialen af te stappen want dan zou ik mijn waarden moeten loslaten en mijn unieke stempel verliezen.”
Is dat je grootste worsteling?
“Ja, en nog meer nu ik een fijne collega dakwerker heb leren kennen waarmee ik graag samenwerk. We ontmoetten elkaar tijdens een opleiding solderen, en sindsdien doen we regelmatig beroep op elkaar als we ondersteuning kunnen gebruiken bij de uitvoering van onze projecten. Helemaal alleen een dak leggen, is niet evident, en daarnaast klikt het vooral ook heel goed tussen ons en vullen we elkaar perfect aan. Ik heb meer technische ervaring en Runne heeft als handelsingenieur een goed zicht op de economische en financiële kant van de zaak. We geven elkaar vertrouwen. Net omdat hij een econoom is, heb ik hem er nog niet van kunnen overtuigen dat we ons volop moeten toeleggen op ecologische dakconstructies. Ik hoop dat hij net als ik overtuigd raakt wanneer hij het vaker in de praktijk toegepast ziet.”
Moest je grote investeringen doen voor je kon opstarten?
“Een tweedehands bestelwagen en een aanhangwagen waren de grootste kostenposten. Daarnaast heb ik al heel wat handgereedschap in huis gehaald. Ik heb een hekel aan sukkelen. Ik wil goed kunnen doorwerken én kwaliteit afleveren en daarvoor heb je het juiste materiaal nodig.”
“Een atelier heb je als dakwerker niet nodig, maar ik heb wel een zeecontainer gekocht om mijn materiaal te kunnen opbergen. Ik heb er een dak opgelegd zodat ik er mijn aanhangwagen kan onderzetten. Op mijn lijstje staan nog een stelling en een kraan zodat ik daarvoor geen beroep meer moet doen op anderen.”
Waar hoop je binnen vijf jaar te staan?
“Ik hoop dat ik binnen vijf jaar nog altijd op een gezonde en ecologische manier daken aan het renoveren ben, en dat het me tegen dan veel minder moeite kost om het verhaal op een overtuigende manier te brengen naar mijn klanten toe.”
Wij wensen Jonas alvast alle succes toe!
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief