Aanbevelingen om sterke Europese houtbewerkingsindustrie op te bouwen
Het project
Het RESILIENTWOOD project staat onder leiding van CEI-Bois. Samen met de European Federation of Building and Woodworkers (EFBWW), Woodwize en FCBA heeft het project als doel aanbevelingen te doen om specifieke uitdagingen in de houtbewerkingsindustrie aan te pakken door middel van een versterkte sociale dialoog. CEI-Bois en EFBWW zijn de officieel erkende Europese sociale partners voor de houtsector en nemen als zodanig gezamenlijk deel aan de speciale bijeenkomsten van het Europese comité voor de sociale dialoog in de houtsector. Het project heeft een sterke transnationale dimensie. Voor de uitvoering ervan hebben de partners onderzoek gedaan en gegevens verzameld uit vijf landen (België, Frankrijk, Kroatië, Italië, Zweden) en de Europese zagerijsector. De belangrijkste bevindingen werden geïdentificeerd, beste praktijken uitgewisseld en strategieën voorgesteld om de bovengenoemde sociale uitdagingen van de houtbewerkingsindustrie in Europa aan te pakken.
Aantrekkelijker vakgebied
Meer dan vijftig deelnemers woonden in Brussel de slotconferentie bij. De aanwezigen kregen de kans om de resultaten van de eindstudie van het project in te kijken, evenals de beleidsaanbevelingen van de partners. Innovatie, inclusiviteit, jongeren aantrekken, goede arbeidsomstandigheden en mobiliteit zijn onderling verbonden factoren die bijdragen aan het hervormen van de houtbewerkingsindustrie:
- Innovatie zorgt voor technologische en duurzame vooruitgang.
- Inclusiviteit zorgt voor een meer divers en rechtvaardig personeelsbestand.
- Mobiliteit zorgt voor loopbaanflexibiliteit en groeimogelijkheden.
Door zich op deze gebieden te richten, blijft de houtbewerkingsindustrie niet alleen concurrerend en innovatief, maar wordt zij ook een dynamischer en aantrekkelijker vakgebied voor de huidige en toekomstige generaties.
Getuigenissen
In de loop van het RESILIENTWOOD project hadden sociale partners en aanbieders van opleidingen de gelegenheid om elkaar bij verschillende gelegenheden te ontmoeten, thematische workshops te organiseren, bedrijfsbezoeken af te leggen en deel te nemen aan talrijke uitwisselingen met deskundigen. Tijdens het slotevenement blikten ze terug op de verschillende thema's die tijdens het project aan bod kwamen. Anna Barbieri (Directoraat-Generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie van de Europese Commissie) presenteerde de EU Alliantie voor Leerplaatsen en had het over de mobiliteitsmogelijkheden voor leerlingen die het Erasmus+ programma volgen. Leerplaatsen kunnen immers een antwoord bieden op tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden. Melanie Kaindl & Gennaro Azzollini (Microtec) gaven een voorproefje gaven van de zagerij van de toekomst. Een goed voorbeeld van hoe bedrijven die vaak als ouderwets worden gezien, in werkelijkheid (zeer) modern en resoluut toekomstgericht zijn. Simona Corrado (Filca-Cisl) legde uit hoe je een meer inclusieve werkplek kunt opbouwen en gaf voorbeelden van beleid dat al wordt gevoerd in Europa en Italië. Maarten Leyts (Trendwolves) onderzocht wat de jonge generatie beïnvloedt en welke rol de sociale media kunnen spelen bij het overbrengen van de boodschappen van de houtindustrie aan de toekomstige generaties werknemers.
Eindstudie
De houtbewerkingsindustrie omarmt voortdurend nieuwe technologieën zoals CNC-machines, robotica, AI, … die de precisie, efficiëntie en het vermogen om complexe ontwerpen te maken verbeteren, terwijl innovatie de ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en processen stimuleert. Het gebruik van digitale hulpmiddelen voor ontwerp verandert de manier waarop houtproducten worden geconceptualiseerd en vervaardigd. Jean-Denis Lanvin (FCBA) presenteerde de laatste studie van het project en gaf een overzicht van de laatste ontwikkelingen in de houtbewerkingsindustrie in Europa. De studie is een nuttig hulpmiddel om discussies tussen de sociale partners over de uitdagingen van de aanpassing van de industrie na de Covid-19 pandemie te stimuleren. Het bevat een reeks hoofdstukken die zich richten op:
- de aanpassing en vooruitzichten in tijden van crisis;
- de vertegenwoordiging van vrouwen in de industrie;
- de verwachte technologische veranderingen en aanpassingsbehoeften;
- de rol van beroepsonderwijs en -opleiding en de mobiliteit van studenten in België, Italië, Zweden, Frankrijk en Kroatië.
Een apart hoofdstuk behandelt deze onderwerpen ook voor de Europese zagerijsector in het algemeen.
Aanbevelingen en richtlijnen
Een reeks aanbevelingen en richtlijnen om te anticiperen op veranderingen, de aantrekkelijkheid te vergroten, vaardigheden op te bouwen en inclusiviteit in de Europese houtbewerkingsindustrie te bevorderen, vormt het sluitstuk van dit tweejarige project. De houtbewerkingsindustrie erkent steeds meer het belang van een divers personeelsbestand. Hoewel er ruimte is om het aandeel van ondervertegenwoordigde groepen in het personeelsbestand van de houtbewerkingsindustrie verder te vergroten, helpen inspanningen om meer vrouwen en mensen met verschillende achtergronden op te nemen om tekorten aan arbeidskrachten aan te pakken en nieuwe perspectieven in de industrie te brengen. Tijdens de afsluitende paneldiscussie benadrukten de partners ook het belang van levenslang leren, sociale dialoog en betrokkenheid van de sociale partners, evenals de noodzaak om geschoolde arbeidskrachten aan te trekken en te behouden. Bovenal erkennen de partners dat, als de houtbewerkingsindustrie moet bijdragen aan een duurzamere en veerkrachtigere economie, de beschikbaarheid van betrouwbare en betaalbare duurzame grondstoffen een conditio sine qua non is.
De studie en de aanbevelingen kunnen gedownload worden van de projectwebsite: www.cei-bois.org/resilientwood.