Hoe SD Schrijnwerkerij & Interieurbouw werkgever van het jaar werd

Kan je eerst even schetsen wat SD Schrijnwerkerij & Interieurbouw precies doet Stijn?

“Ik heb het bedrijf 16 jaar geleden opgericht en vooral de laatste 7 jaar hebben we echt een grote groei doorgemaakt, onder andere door de overnames van twee andere bedrijven uit de sector. Het team telt intussen 60 mensen. In onze sterk geautomatiseerde ateliers maken we allerhande maatwerk: kasten, keukens, binnendeuren, … alles om de volledige inrichting van woningen, appartementen en commerciële ruimtes tot een goed einde te brengen. We zijn vooral actief in de Kempen, maar ook in de rest van Vlaanderen, Nederland en in de Costa Blanca.”

Hoe kwamen jullie in de Costa Blanca terecht?

“Klanten wilde hun vakantiewoning in Spanje ook door ons laten inrichten. We hebben de boot lang afgehouden omwille van de logistiek en omdat we de plaatselijke regelgeving niet kenden, maar na lang aandringen hebben we er uiteindelijk toch proefgedraaid. Wel kiezen we er bewust voor om ons tot die specifieke regio te beperken en er alleen interieurprojecten uit te voeren. Alles wordt hier in België geproduceerd en dan met een externe transportdienst naar Spanje vervoerd. Intussen hebben we daar alle nodige connecties gelegd. Onze ploegen blijft één of twee weken ter plaatse voor de montage en plaatsing. Zij vinden het fijn om in de zon en in luxueuze vakantiehuizen te werken én ze worden er extra voor vergoed, wat mooi meegenomen is.”

Het team van SD Schrijnwerk & Interieurbouw.

Het team van SD Schrijnwerk & Interieurbouw.

Dat brengt ons bij het HR-thema. Jullie wonnen de award voor werkgever van het jaar, maar mensen vinden en aan boord houden is waarschijnlijk ook voor jullie een uitdaging?

“Het is voor schrijnwerkbedrijven inderdaad heel moeilijk om extra vakmensen te vinden. Onze twee overnames werden ook gedeeltelijk daardoor ingegeven: de mensen die er werkten, maken nu deel uit van ons team. Wij vinden het heel belangrijk dat onze mensen zich bij het bedrijf betrokken voelen. Ze krijgen inspraak en een open en eerlijke communicatiecultuur. Alles kan en mag hier uitgesproken worden, maar uiteraard wel op een respectvolle manier. Aan ons om dan ook echt te luisteren en rekening te houden met wat ze ons zeggen.”

“Dat laatste is niet altijd eenvoudig, want uiteindelijk heeft het schip één kapitein die de knopen doorhakt. Medewerkers hebben uiteenlopende meningen dus je kunt niet met alles rekening houden, maar je kunt er wel voor proberen zorgen dat je telkens bepaalde elementen overneemt zodat iedereen zich in de aanpak kan vinden. Ook naar nieuwe mensen moet je goed luisteren. Ze hebben vaak goede ideeën, zeker als ze elders al ervaring opdeden.”

“Ik ben zelf een heel gestructureerd persoon en ook dat heb ik in het bedrijf gebracht. Onze bedrijfsprocessen zijn allemaal duidelijk uitgeschreven. Van administratie over werkvoorbereiding tot de productie: ieder detail staat op papier en zo worden de zaken ook aangepakt. Als iemand een mogelijke verbetering ziet, bespreken we die en passen we de procedure eventueel aan. Alles is hier transparant en duidelijk, ook het loonbeleid.”

Hoe pakken jullie het op vlak van loonbeleid aan?

“Voor onze bedienden hanteren we vier loonvorken, waar telkens andere voordelen, maar ook andere competenties tegenover staan. Zo zal iemand die net bij ons start nooit meer verdienen dan iemand die hier bij wijze van spreken al twintig jaar in dienst is en zijn taken veel beter kan. Dat is iets wat ik in andere bedrijven regelmatig zie gebeuren omdat ze iemand absoluut willen binnenhalen, maar het kan nadien tot heel wat discussies en conflicten leiden. Hier is het voor onze mensen duidelijk waar ze nu staan en waar ze nog naartoe kunnen groeien.”

“Voor onze arbeiders hanteren wij een iets hoger loon dan het paritair comité voorschrijft. Er zijn vier verschillende niveaus met ook weer eigen voordelen en verwachtingen op vlak van competenties. Arbeiders kunnen doorgroeien van tweede vakman naar ploegbaas in wording, ploegbaas en ten slotte ploegbaas boven ploegbaas. Die laatsten leiden de andere ploegbazen op. Ik hou niet van de term functioneringsgesprek, maar we houden wel regelmatig ‘fast forward’ gesprekken. Wil een tweede vakman bijvoorbeeld opklimmen tot ploegbaas in wording dan kan hij daar gedurende twee jaar een traject voor volgen. We bekijken stapsgewijs de verworven competenties en stellen daar sprongen in loon tegenover.”

Wat heeft je ertoe gebracht om die stap naar een helder beleid te zetten?

“Het zat al jaren in mijn hoofd, maar ik vond simpelweg de tijd niet om het op papier te zetten en op te volgen. Ik deed heel lang het HR-management zelf, net zoals ik alle andere taken in het bedrijf ooit zelf gedaan heb. Wanneer je groeit en op een bepaald moment het bedrijf boven de werkgever ziet hangen, dan ga je jezelf wel in vraag stellen. Toen besefte ik dat ik HR moest gaan uitbesteden. Onze HR-manager Femke is erbij gekomen en samen hebben we alles wat in mijn hoofd zat ook daadwerkelijk op papier gezet. Wel zijn we nooit klaar, we blijven zaken implementeren en verbeteren. Je laten omringen door goede mensen is cruciaal.”

“Ik heb vroeger ook veel geleerd door te kijken naar grotere bedrijven die al een stuk verder stonden. Ik ging met hen praten om van hen te leren, en het grappige is dat verschillende van die bedrijven mij nu op hun beurt uitnodigen om ons HR-beleid te komen toelichten. Ik ben een groot voorstander van leren van elkaar. Ondernemen is ook fouten maken. Vallen en weer opstaan. Goede punten die je elders opmerkt, kun je overnemen in je eigen bedrijfsvoering. Een beleid is altijd in evolutie. Je moet blijven luisteren, verbeteren en aanpassen. Op vlak van duurzaamheid, flexwerk en leiderschap creëren hebben wij bijvoorbeeld zeker nog stappen te zetten. Arbeiders flexibel laten werken, is niet evident. Bij projectverantwoordelijken lukt dat beter. Zij mogen werken waar ze willen, maar hun agenda moet wel kloppen en we zetten hard in op efficiënt werken.”

Welke technologie of innovatie heeft de voorbije jaren voor jullie een groot verschil gemaakt?

“De digitalisering van onze bedrijfsprocessen. Vandaag hebben al veel bedrijven een ERP-systeem, maar wij blijven het ook voortdurend optimaliseren op basis van de ervaringen die gedeeld worden tijdens onze overlegmomenten. Het bedrijf dat onze software levert, past zijn systeem aan op basis van onze suggesties, want ook voor andere bedrijven zijn die vaak nuttig. In het atelier heeft vooral de automatisering van de productie een groot verschil gemaakt, maar we waken er wel over dat het vakmanschap daardoor niet verdwijnt. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar anders kan je evengoed met robots werken in plaats van mensen. Daarom behouden wij altijd een vorm van menselijke controle en nemen onze vakmannen voortdurend steekproeven zodat het verantwoordelijkheidsgevoel blijft.”

“Digitalisering en automatisering zorgen voor meer efficiëntie en dat is ons grootste streefdoel. Anderzijds begeven we ons ook wel graag op nieuwe markten en dan verlopen de eerste projecten uiteraard minder efficiënt. Onze taak is om deze projecten in nieuwe markten zo snel mogelijk efficiënt te maken.”

De krimpende economie speelt de bouwsector parten. Hoe gaan jullie daarmee om?

“Diversificatie helpt daarbij. We halen ongeveer de helft van onze omzet uit de inrichting van particuliere woningen en de andere helft uit kantoren, winkels en andere commerciële gebouwen. We werken zowel voor het midden- als het hogere segment en zijn actief in specifieke niches. We werken daarnaast zowel voor kleine als heel grote aannemers en voor projectontwikkelaars. Slabakt het in één van onze markten, dan blijft het werk elders toch nog binnenstromen.”

“Toen we vorig jaar beseften dat dit een moeilijker jaar zou worden, besloten we de investeringen in onze marketing, onze machines en onze mensen op te drijven. Vandaag moet je naar buiten komen met je bedrijf en goed communiceren. We waren naar alle klanten toe al heel flexibel, maar we zijn nog flexibeler geworden om het verschil te kunnen maken. In moeilijke omstandigheden moet je er in de eerste plaats voor zorgen dat je goede mensen aan boord kunt houden en dat het orderboek goed gevuld is.”