Cras verdubbelt productiecapaciteit in thermisch behandeld hout

Investeren in duurzame oplossingen

 “We willen dé partner van de houtvakman worden en investeren daarom flink in het creëren van toegevoegde waarde” , vertelt COO Hendrik D’hont. “De thermische modificatie-installatie die we hebben gekozen, blinkt uit in milieuvriendelijkheid”, gaat de COO verder. “Eerst en vooral verbruiken we minder elektriciteit ten opzichte van andere thermo processen. Een groot deel van die elektriciteit wekken we trouwens zelf op via onze zonnepanelen. Bovendien is voor deze verduurzamingstechniek geen water nodig. Er worden overigens ook geen andere additieven gebruikt voor dit proces. Chemische producten komen hier niet aan te pas.”

De nieuwe installatie warmt het hout via een nauwkeurig gecontroleerd proces onder een vacuüm op tot iets meer dan 200°C. Hout dat op die manier behandeld wordt, is bestand tegen schimmels en insecten. Bovendien ondergaat het hout een verandering van celstructuur, waardoor het ook een pak stabieler wordt. Dit hout ‘werkt’ nagenoeg niet meer. Via deze techniek kunnen van nature minder duurzame houtsoorten een flink pak duurzamer gemaakt worden.

“Deze machine is een kopie van de bestaande installatie, maar dan drie keer zo groot”, klinkt het in Waregem. “We verhogen zo onze capaciteit naar 11.000 m³ per jaar.” De nieuwe installatie werd voorzien van een ingebouwd weegsysteem dat het gewicht van het hout meet tijdens de ganse cyclus van de behandeling. Deze gegevens vormen een belangrijke indicator voor het opvolgen van de kwaliteit van de behandeling. Dit weegsysteem gaat Cras ook installeren op de eerste installaties zodat de processen identiek zijn en ze een optimale kwaliteit kunnen garanderen.

Dankzij de nieuwe installatie krijgt jaarlijks 11.000 m3 hout een upgrade in duurzaamheid

Cras - Dankzij de nieuwe installatie krijgt jaarlijks 11.000 m3 hout een upgrade in duurzaamheid

Chief Operations Officer Hendrik D’hont

Cras - Chief Operations Officer Hendrik D’hont

Cras -

Lokale houtsoorten opwaarderen

“Door lokale, Europese houtsoorten op deze manier te behandelen, worden ze een stuk duurzamer en dus inzetbaar voor meer toepassingen”, gaat Hendrik D’hont verder. “We kunnen nu essen, populier en vuren aanbieden als gevelbekleding. Tot voor kort kwamen daar hoofdzakelijk tropische houtsoorten voor in aanmerking. Nu is het aanbod dus breder voor de vakman en de consument en zien we het gebruik van lokale houtsoorten stijgen. Met als positief gevolg dat minder hout van de andere kant van de wereld moet verscheept worden… en dat spaart een pak CO² uitstoot.”